Janwillem van de Wetering - Een toevalstreffer
Grijpstra en De Gier en de dode exhibitionist
Ooit heeft Van de Wetering over zijn boeken in een interview verteld dat 'het geen echt spannende boeken' zijn. 'Dat heb ik nooit bedoeld. Het zijn geen "detectives", maar verhalen over politiemensen. Aan het eind proberen ze, net al in het echt, hun verhaal "rond" te krijgen.'
Hoewel het interview waarin Van de Wetering deze uitspraken deed stamt uit
1977, is zijn typering van zijn boeken nog steeds actueel. Ook 'Een
toevalstreffer' is geen echte detective, maar meer een verhaal waarin
politiemensen de belangrijkste rollen voor zich opeisen. 'Een
toevalstreffer' gaan lezen met de verwachting een detective te lezen, zal
een teleurstelling tot gevolg hebben; er ontbreekt echte spanning, het plot
is niet uitzonderlijk sterk en veel vaart zit er ook niet in het verhaal.
Maar de couleur locale vergoedt veel; de beschrijving van New York, waar
het grootste deel van het verhaal speelt, is beeldend. Vooral de
beschrijving van Central Park, de mensen daar en de sfeer is zo goed dat
het haast de beelden op je netvlies tovert. Ook de karakteristiek van de
personen is boeiend. De figuren zijn niet grauw en onopvallend, maar
hebben allemaal iets wat hen typeert en hen in het verhaal een juiste
plaats geeft. Zo typeert het gesprek van een bladzijde lang tussen de
commissaris en zijn tuinschilpad deze man waarover Van de Wetering ooit
zei: 'Het is een samenvloeiing van verschillende types waarvoor ik
bewondering heb. Oorspronkelijk heb ik Sanders (hoofdcommissaris van de
Amsterdamse politie toen Van de Wetering bij de Vrijwillige Politie in
Amsterdam werkte) ervoor gebruikt, maar later heb ik er elementen van
sommige Zen-meesters ingestopt, en mijn vader zit er ook een beetje in. Ik
heb hem gehandicapt gemaakt (reuma), omdat het anders een onmogelijke man
zou worden'.
Het plot op zich is niet sterk. De al jaren door reuma geplaagde
commissaris vertrekt voor een internationaal politiecongres naar New York.
In eerste instantie was de uitnodiging afgewimpeld, maar nadat de
Amsterdamse reserveagent Termeer de commissaris verzoekt mee te helpen bij
het oplossen van de dood van zijn oom die in New York woont en in Central
Park op een merkwaardige manier aan zijn einde is gekomen, gaat hij toch.
En zo gaat de commissaris vlak voor zijn pensioen met zijn vrouw Katrien
naar New York.
Grijpstra en De Gier komen in het verhaal nauwelijks voor. Zij zijn vooral
belast met het onderzoek in Nederland en doen daar dan ook de ontdekking
die uiteindelijk het bewijs oplevert om de moordenaar (want moord was het
wel degelijk) te ontmaskeren. Het is vooral het verhaal van de
commissaris, die in New York in eerste instantie niet veel medewerking
krijgt bij het oplossen van de dood van Bertus Termeer. Gedood door wat
een golfbal geweest moet zijn. In Nederland bezoeken Grijpstra en De Gier
zelfs een golfexpert om te onderzoeken of je inderdaad door een golfbal
gedood kunt worden. (De beschrijving van de golfclub is treffend. De
doorsnee Nederlander wordt weer bevestigd in zijn opvatting over golfers.)
De New York Police Department (NYPD) doet het af als een ongeluk en heeft
verder geen tijd er naar om te kijken. Er zijn immers echte moorden om op
te lossen. Een Nederlands echtpaar, sightseeënd in New York, blijkt Bertus
Termeer dood te hebben aangetroffen tussen de bosjes; werk voor Grijpstra
en De Gier. Termeer werd aangetroffen in een jurkje gemaakt van bierdopjes
en ijzerdraad, met in het midden een luikje. De zaak staat daarom bekend
als 'Dopjesdood'. 'Bertus de piemeltoner' zei Katrien toen ze de foto's
van de dode Termeer zag tussen varkensvlees lo mein en biefstuk sezchuan in
het Chinese snelbuffet op Columbus Aveneu.
Nadat de commissaris met hulp van Suzie ('wegens eigengereid gedrag, grote
mond, eigen richting, niet buigen voor gezag, van de FBI Academie
afgetrapt') de NYPD helpt bij het oplossen van enkele moorden, krijgt hij
ook wat meer medewerking in de zaak 'Dopjesdood'. De commissaris bezoekt
bekenden van Bertus Termeer en doet zo de lezer verslag van New York en
haar bevolking.
De ontknoping van de moord vindt in Nederland plaats. En die is toch wel verrassend, maar niet spectaculair. Het werk van Grijpstra en De Gier valt zo samen met het onderzoek van de commissaris in New York.
Het is vooral het verhaal over Amsterdamse politie-agenten, die ook maar mensen zijn, vriendelijk en begripvol. Vooral de commissaris is een rustige man, die wel op jacht is en de prooi al eerder in zicht heeft dan de lezer, maar nooit de jacht verstoort, ook voor de lezer niet.
Frits van Kouwenhove
Janwillem van de Wetering
Een toevalstreffer
uitgeverij Het Spectrum B.V.
Utrecht 1994
prijs f 29,90