Pooh's Magazine editie 4/95
1 Oktober 1995

Janwillem van de Wetering - Een toevalstreffer

Grijpstra en De Gier en de dode exhibitionist

Ooit heeft Van de Wetering over zijn boeken in een interview verteld dat 'het geen echt spannende boeken' zijn. 'Dat heb ik nooit bedoeld. Het zijn geen "detectives", maar verhalen over politiemensen. Aan het eind proberen ze, net al in het echt, hun verhaal "rond" te krijgen.'

Hoewel het interview waarin Van de Wetering deze uitspraken deed stamt uit 1977, is zijn typering van zijn boeken nog steeds actueel. Ook 'Een toevalstreffer' is geen echte detective, maar meer een verhaal waarin politiemensen de belangrijkste rollen voor zich opeisen. 'Een toevalstreffer' gaan lezen met de verwachting een detective te lezen, zal een teleurstelling tot gevolg hebben; er ontbreekt echte spanning, het plot is niet uitzonderlijk sterk en veel vaart zit er ook niet in het verhaal. Maar de couleur locale vergoedt veel; de beschrijving van New York, waar het grootste deel van het verhaal speelt, is beeldend. Vooral de beschrijving van Central Park, de mensen daar en de sfeer is zo goed dat het haast de beelden op je netvlies tovert. Ook de karakteristiek van de personen is boeiend. De figuren zijn niet grauw en onopvallend, maar hebben allemaal iets wat hen typeert en hen in het verhaal een juiste plaats geeft. Zo typeert het gesprek van een bladzijde lang tussen de commissaris en zijn tuinschilpad deze man waarover Van de Wetering ooit zei: 'Het is een samenvloeiing van verschillende types waarvoor ik bewondering heb. Oorspronkelijk heb ik Sanders (hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie toen Van de Wetering bij de Vrijwillige Politie in Amsterdam werkte) ervoor gebruikt, maar later heb ik er elementen van sommige Zen-meesters ingestopt, en mijn vader zit er ook een beetje in. Ik heb hem gehandicapt gemaakt (reuma), omdat het anders een onmogelijke man zou worden'.

Het plot op zich is niet sterk. De al jaren door reuma geplaagde commissaris vertrekt voor een internationaal politiecongres naar New York. In eerste instantie was de uitnodiging afgewimpeld, maar nadat de Amsterdamse reserveagent Termeer de commissaris verzoekt mee te helpen bij het oplossen van de dood van zijn oom die in New York woont en in Central Park op een merkwaardige manier aan zijn einde is gekomen, gaat hij toch. En zo gaat de commissaris vlak voor zijn pensioen met zijn vrouw Katrien naar New York.

Grijpstra en De Gier komen in het verhaal nauwelijks voor. Zij zijn vooral belast met het onderzoek in Nederland en doen daar dan ook de ontdekking die uiteindelijk het bewijs oplevert om de moordenaar (want moord was het wel degelijk) te ontmaskeren. Het is vooral het verhaal van de commissaris, die in New York in eerste instantie niet veel medewerking krijgt bij het oplossen van de dood van Bertus Termeer. Gedood door wat een golfbal geweest moet zijn. In Nederland bezoeken Grijpstra en De Gier zelfs een golfexpert om te onderzoeken of je inderdaad door een golfbal gedood kunt worden. (De beschrijving van de golfclub is treffend. De doorsnee Nederlander wordt weer bevestigd in zijn opvatting over golfers.) De New York Police Department (NYPD) doet het af als een ongeluk en heeft verder geen tijd er naar om te kijken. Er zijn immers echte moorden om op te lossen. Een Nederlands echtpaar, sightseeënd in New York, blijkt Bertus Termeer dood te hebben aangetroffen tussen de bosjes; werk voor Grijpstra en De Gier. Termeer werd aangetroffen in een jurkje gemaakt van bierdopjes en ijzerdraad, met in het midden een luikje. De zaak staat daarom bekend als 'Dopjesdood'. 'Bertus de piemeltoner' zei Katrien toen ze de foto's van de dode Termeer zag tussen varkensvlees lo mein en biefstuk sezchuan in het Chinese snelbuffet op Columbus Aveneu.

Nadat de commissaris met hulp van Suzie ('wegens eigengereid gedrag, grote mond, eigen richting, niet buigen voor gezag, van de FBI Academie afgetrapt') de NYPD helpt bij het oplossen van enkele moorden, krijgt hij ook wat meer medewerking in de zaak 'Dopjesdood'. De commissaris bezoekt bekenden van Bertus Termeer en doet zo de lezer verslag van New York en haar bevolking.

De ontknoping van de moord vindt in Nederland plaats. En die is toch wel verrassend, maar niet spectaculair. Het werk van Grijpstra en De Gier valt zo samen met het onderzoek van de commissaris in New York.

Het is vooral het verhaal over Amsterdamse politie-agenten, die ook maar mensen zijn, vriendelijk en begripvol. Vooral de commissaris is een rustige man, die wel op jacht is en de prooi al eerder in zicht heeft dan de lezer, maar nooit de jacht verstoort, ook voor de lezer niet.

Frits van Kouwenhove

Janwillem van de Wetering
Een toevalstreffer
uitgeverij Het Spectrum B.V.
Utrecht 1994
prijs f 29,90


Return to index