Pooh's Magazine editie 1/96 1 februari 1996 |
"Spelenderwijs Nederlands leren!", staat er voor op de doos, en inderdaad
kan eenieder die belangstelling heeft voor de Nederlandse taal hier genoeg
van z'n gading vinden. Dit is nu eens geen bespreking van het zoveelste
programma op cd-rom, waar je bij voorkeur een snelle, moderne computer met
soundblaster en grafische turbo-kaart voor nodig hebt, dit gaat over een
"ouderwets" gezinsspel.
Toevallig kwam ik ongeveer een half jaar terug in een krant een recentie tegen van dit spel, en het leek me weer eens wat anders dan Triviant (c.q. Trivial Pursuit). Toen stond het op het punt op de markt gebracht te worden, dus een tijdje daarna ben ik maar eens naar een speelgoedwinkel gestiefeld, en daar stond het toen zowaar al in de schappen. Om een lang verhaal kort te maken: het is uiteindelijk gekocht, en met de kerst kreeg ik het als cadeau. Sinds die tijd hebben we het al een aantal malen gespeeld, en ik moet zeggen dat het me niks tegen is gevallen.
Zoals duidelijk is, is dit een spel met als onderwerp de Nederlandse taal.
De eerste editie van dit spel, die de doos nu bevat, behandelt dictee en
woordkennis. Het is echter de bedoeling te zijner tijd ook andere
onderwerpen aan bod komen, zoals spreekwoorden & gezegden, etymologie en
bargoens & jargon.
Het spel doet in eerste instantie sterk aan Triviant denken. De doos heeft ongeveer hetzelfde formaat, het spelbord heeft ongeveer dezelfde grootte en vorm en wordt eveneens in vieren opgevouwen opgeborgen in de doos, er zitten losse doosjes met vragen bij en het wordt gespeeld met pionnen en een dobbelsteen. "Behoorlijk à la Triviant.", dacht ik toen ik het spel zag. "Hoe zou dat met de rechten zitten?", was mijn volgende gedachte. Na het even te hebben gespeeld, merk je echter wel dat het toch wel anders van opzet is. Uiterlijk en uitvoering zijn twee verschillende dingen.
Het spelbord heeft welliswaar ongeveer hetzelfde formaat, maar het speelveld ziet er anders uit. Een ander belangrijk, groot verschil is de manier waarop wordt gespeeld. Bij Triviant dobbel je eerst, om vervolgens uit de catagorie waar je pion op terecht gekomen is, een vraag gesteld te krijgen. Hier moet je echter eerst een opgave maken, en pas als je je opgave voldoende gemaakt hebt mag je dobbelen en met je pion verder trekken. Het gevolg is dat het spel nogal doods lijkt omdat het aantal acties op het speelveld nogal beperkt blijft, zeker in vergelijking met Triviant waar voortdurend iets op het bord gebeurt. Wie dacht zoals ik, en meende een tweede spel à la Triviant in huis te halen, komt wat dat betreft wat bedrogen uit. Wie er eenmaal aan is gewend, zal zich er niet meer aan storen, en die rust wellicht zelfs als prettig ervaren.
Inhoudelijk heeft het spel mijns inziens genoeg te bieden. Er zijn drie
graden van moeilijkheid voor de opgaven, en afhankelijk van de vorderingen
in het spel kan men zijn eigen moeilijkheidsgraad kiezen. Dit zorgt er
voor dat zowel jong als oud en zowel weinig- als veelwetenden met elkaar om
de tafel kunnen gaan zitten om dit spel met elkaar te spelen. Ieder kiest
dan, voor zover toegestaan, z'n eigen niveau, en het is dan helemaal niet
gezegd dat de Neerlandicus aan tafel het spel ook zal winnen: dat kan net
zo goed de buurvrouw van drie hoog achter zijn, die nooit meer heeft gehad
dan lagere school, absoluut geen taalgevoel heeft en al dik in de vijftig
loopt. Het eerste spelletje dat ik tegen m'n (Duitse) vriendin speelde,
verloor ik dan ook prompt.
In het kort, wordt het spel als volgt gespeeld. Iedereen zet z'n pion op
het eerste vakje, en degene die begint krijgt van z'n linker buurman een
opgave. Dit zal over het algemeen willekeurig een dictee of een
woordkennis vraag zijn.
Bij een dictee krijg je een alinea tekst voorgelezen, waaruit je vervolgens
één woord, of soms meerdere woorden, goed moet spellen.
Bij een woordkennis vraag krijg je een woord opgelezen met daarna drie
alternatieve betekenissen, waarna je moet zeggen welke van die drie
betekenissen bij dat woord horen.
Maak je je opgave goed, dan mag je dobbelen en je pion het aantal gegooide
ogen vooruit zetten. Afhankelijk van het vakje waarop je pion daardoor
terecht komt, mag je nogmaals een vraag beantwoorden of eventueel een
medespeler uitdagen tot een duel, of is je linker buurman aan de beurt.
Tijdens het spel kun je zogenaamde boekjes verdienen, en weer verliezen, en
afhankelijk van het aantal boekjes dat je in je bezit hebt, mag je je eigen
moeilijkheidsgraad kiezen.
Uiteindelijk is het, zoals gebruikelijk bij dit soort spelletjes, de
bedoeling als eerste aan het eind te komen. Dat dat niet echt makkelijk
is, wordt veroorzaakt door de spelregels en het speelveld, die er voor
kunnen zorgen dat je met het eind in zicht plotseling nog een extra rondje
moet lopen. Waardoor je plotseling wellicht tot laatste in plaats van
eerste bent gedegradeerd.
Ik heb gemerkt dat het wel eens spel van lange adem is. Even een spelletje
spelen is er niet bij. Dit "spelletje" kan al gauw een uur of twee duren.
Behoorlijk wat langer dan de gemiddelde Triviant-sessie, maar niet zo
eindeloos als Monopoly.
Een aantal dingen valt er verder nog over het spel te zeggen.
Ten eerste behandelt het spel de Nederlandse taal, en dan ook uitsluitend dat. Flauwekul vragen zoals bij Triviant zul je dus niet tegenkomen.
Ten tweede is er momenteel nogal wat te doen rondom de hervorming van de Nederlandse taal. Dit spel is daar (voor zover ik weet) nog niet op aangepast. Voor zover dat al zou kunnen overigens, want volgens mij zijn de heren geleerden het nog niet eens met elkaar eens. De één vindt dat Van Dale te vroeg met een nieuw woordenboek op de markt is gekomen, de ander vindt dat de taalunie belachelijke voorstellen doet. Ik lig er allemaal niet zo wakker van: oude spelling, nieuwe spelling, goede spelling of foute spelling: mijn voorkeur gaat over het algemeen toch uit naar een wat oudere spelling, al zal ik daar waar dat echt moet me natuurlijk wel aan de dan geldende regels houden. Om echter te zeggen dat het spel nu al is achterhaald, omdat het niet de nieuwe spellingsregels volgt, gaat mij wat te ver. 't Geeft de makers overigens ook de kans om op het moment dat dat mogelijk is, een aangepaste set vragen op de markt te brengen.
Je kunt overigens ook redeneren dat het dus altijd onmogelijk is zo'n soort spelletje op de markt te brengen. Taal blijft zich ontwikkelen, en als het spel nu niet is achterhaald, dan over twintig jaar wel, bij de volgende taal-hervorming. Maar met soortgelijke "problemen zit de redactie van Triviant ook, en zo iets geeft zo'n spelletje ook wel een bepaalde charme.
Al met al, wat mij betreft een aanrader voor iedereen die iets met taal
heeft, of die sowieso graag spelletjes speelt en wel weer eens iets anders
wil. Iedereen die graag en veel Triviant speelt, zou dit ook eens moeten
proberen.
J.D. Otter
Het groot Van Dale spel der Nederlandse taal; van Dale / Jumbo
prijs: waarschijnlijk zo rond de f80,-- (oorspronkelijk rond de f100,--)
Bij elke betere speelgoedzaak verkrijgbaar.