Pooh's Magazine editie 2/96 1 maart 1996 |
Ik denk dat de oudste recepten in de wereld de soeprecepten zijn. Want
schalen of kookpotten zijn van alle tijden.
En er was natuurlijk niets eenvoudiger dan een stuk vlees, groente en
kruiden in een pot op het vuur zetten. Water erbij en je hebt een voedzame
soep.
Vandaar dat ik mijn blik deze keer eens op wat lekkere soepen zal richten.
Er zijn voor de dagen dat we niet zo veel tijd hebben wel allerlei pakjes
en blikjes soep, maar niets is zo lekker als een zelfgemaakte soep.
Het is misschien al niet meer zo winters, maar een lekkere stevige soep
gaat er nog wel in.
ERWTENSOEP
Om te beginnen, je hebt een grote pan nodig. Er moet minimaal een liter of 5 in kunnen, want erwtensoep kan je niet in een kleine hoeveelheid maken. Een voordeel ken ik. De soep is prima in te vriezen en zo een of twee maanden te bewaren. Vries het in kleine hoeveelheden in, b.v. 1 liter.
Je kan deze soep op vele manieren maken, maar als basis dienen varkens- vlees en erwten. Over de erwten zijn de meningen verdeelt. Sommige gebruiken liever spliterwten (de soep is sneller klaar) en anderen maken weer liever gebruik van groene erwten (de soep wordt er lekkerder van). Zelf maak ik altijd gebruik van beide. De hele erwten voor de smaak en de spliterwten laten de soep lekker binden tot een stevige SNERT.
Om te beginnen zetten we de 300 gram, hele, groene erwten in 3 liter water
de week. Dit weken duurt minimaal 10 uur.
Daarna zet je de pan met erwten en weekwater op het vuur en voeg 500 gram
ribbetjes, 1 varkenshiel en 300 gram gezouten buikspek toe.
Je ziet, het wordt een stevige soep.
Laat dit aan de kook komen en schuim het regelmatig af. Als het kookt
kan je het beste een vlamverdeler onder de pan leggen en af en toe roeren.
Na 2 uur voeg je zout, 3 in stukken gesneden prei en een selderijknol,
in blokjes, toe.
Laat dit onder af en toe roeren nog een uurtje op laag vuur pruttelen.
Met een schuimspaan haal je het vlees uit de pan; ontdoe het van de
botten en doe het terug. Het zwoerd haal je van het spek en snij het in
plakken en doe het ook weer terug.
Controleer even of alle erwten fijngekookt zijn en wrijf ze anders even
fijn. Je moet nu een mooie, gladde soep hebben.
Roer er op laatst flink wat bladselderij door.
In een pannetje laat je een rookworst wellen, of twee als je ze lekker
vindt.
Wellen wil zeggen 10 minuten in heet, niet kokend, water laten staan. Als
de worst(en) klaar is snij je haar (of ze) in plakken en doe ze in de pan.
Eigenlijk dient deze oud-hollandse soep met roggebrood gegeten te worden,
maar zelf pak ik liever een Turks brood.
Omdat dit nogal veel soep is vries ik meestal wat in. Ik gebruik daarvoor
een 3 diepvriesdozen van elk 1 liter en dan heb ik de volgende keer
lekker snel soep.
De soep die je ingevroren hebt, kan je het gemakkelijkste in een magnetron
laten ontdooien en warm worden, maar op gas of electra gaat het ook. Let
er dan wel goed op dat ze niet aanbrand. Veel roeren dus!
WITTE-KOOL MAALTIJDSOEP
Dit is ook een hoofdgerecht voor 4 personen, maar is wel snel klaar.
1 grote ui pellen, in ringen snijden en snipperen.
In een grote (braad)pan 1 eetlepel olie verhitten.
De ui en 150 gram magere spekblokjes al omscheppend ongeveer 5 minuten
bakken. 150 gram soepgroente en 500 gram witte kool er door scheppen en
2 minuten meebakken.
De inhoud van 1 blik (350 gr) witte bonen in tomatensaus, 1 eetlepel
Italiaanse keukenkruiden, 1 blik (400 gr) tomatenblokjes met sap en een
liter water toevoegen.
De soep 20 minuten, met een deksel op de pan, zachtjes verwarmen.
Deze soep hoort erg droog te blijven. Je ziet de groente duidelijk boven
de vloeistof uitsteken.
Op smaak brengen met zout en veel peper. De soep overdoen in vier soepborden
en bestrooien met parmezaanse kaas, oregano en peper naar smaak.
Serveren met stokbrood en kruidenboter.