Pooh's Magazine editie 4/96
1 mei 1996

TOY STORY

een recensie door Menno Peeters

Waardering: 7.5 (max. 10.0)

Jaar : 1995
Speelduur : 81 min.
Regie : John Lasseter
Produktie : Ralph Guggenheim, Bonnie Arnold
Script : Joss Whedon, Andrew Stanton, Joel Cohen, Alec Sokolow
Muziek : Randy Newman
Stemmen : Tom Hanks, Tim Allen, Don Rickles, Wallace Shawn, John Ratzenberger, Jim Varney, Annie Potts

Nog geen tien jaar geleden gaf mijn broer me een Amiga-flop met daarop de volgende spelletjes: Black Lamp, Buggy Boy en International Football. DRIE, jawel, DRIE in ieder geval voor mij verslavende spelletjes op EEN flop (Buggy Boy is zowaar nu nog leuk om af en toe te spelen). 1996. We hebben het in de trein ondermeer over "Congo", het spel van de film, dat toch wel aardig schijnt te zijn. Mij wordt medegedeeld: drie-en-veertig schijven. Valt nog mee, een vriend heeft een spel gekocht bestaande uit vier CD-roms à enkele honderden megabytes per stuk. Prijsvraag: hoeveel floppen heb je nodig voor TOY STORY?

Woody (stem van Tom Hanks) is een stoere cowboy en het favoriete speelmaatje van Andy. Bij elke verjaardag en feestdag zijn hij en zijn collega's echter weer bang dat ze vervangen zullen worden: weggegooid, afgedankt. Op een dag krijgt Andy Buzz Lightyear (stem van Tim Allen): een stoere, met laserwapen uitgeruste astronaut. De andere speledingetjes zijn al snel behoorlijk onder de indruk, maar Woody ziet in dat Buzz zíjn positie als Andy's beste speelkameraad aan het overnemen is.

De computeranimaties zíjn imposant, zondermeer. Toch hebben we alles al eens eerder gezien, alleen nooit in een avondvullende film. Vandaar dat de graphics niet zo inslaan als een bom als bij het zien van JURASSIC PARK en wellicht ook binnenkort DRAGONHEART. De achtervolgingsscène blijft het langst hangen, maar volledig flabbergasted de zaal uit komen is er niet bij, mogelijk ook omdat stukjes uit deze passage reeds vele malen op televisie vertoond zijn.

Randy Newman is verantwoordelijk voor de muziek en kreeg een Oscarnominatie voor het samen met Lyle Lovett gebrachte 'You've Got a Friend in Me', een luchtig nummer. Niet meer en niet minder. Het stoorde me dit jaar wederom dat Oscars voor songs altijd moeten gaan naar zwijmelliedjes van artiesten die altijd bereid zijn op te treden tijdens het gala. Dan mis ik toch wel mensen als Tom Waits, die jaar na jaar de meest fantastische muziek voor films (in het geval van Waits bijvoorbeeld NIGHT ON EARTH, SMOKE en TWELVE MONKEYS) leveren. Maar goed, de sympathieke Randy Newman treft uiteraard geen blaam.

Wát een heerlijke hoeveelheid heerlijke mennekes bij elkaar zeg. Om er maar een paar te noemen: Rex, de onzekere Tyrannosaurus ("Did I scare you?"). Ham, het spaarvarkentje met de droge opmerkingen. Helemaal bovenaan staat echter, nog vóór Slinkie, de uitgerekte terriër: Mr. Potato Head (stem van Don Rickles). "Look! I'm a Picasso!" Deze schitterende creaties zijn nauwelijks te beschrijven zo grappig, aandoenlijk en origineel. Stuk voor stuk zijn het voorbeelden van écht goed speelgoed: zeer aanstekelijk leuk. Je zou bijna vergeten dat de eigenlijke hoofdrolspelers Woody en Buzz zijn.

Dat komt wellicht door het weinig inspirerende verhaal (zie JURASSIC PARK): alles is op de animatie gegooid. Over vriendschap, trouw en dergelijke zaken wordt wel het één en ander verteld, maar da's nauwelijks noemenswaardig, dat kan ook uit een doorsnee Telekids-tekenfilm worden gehaald. Humor is bij bakken aanwezig, maar in bescheiden mate extreem geslaagd. Zoals gezegd zorgen Mr. Potato Head en zijn kameraden voor de beste one-liners. Daarnaast zit er aan het eind van de film nog een grappige verwijzing naar ander werk van Disney. Woody en Buzz kunnen het dus absoluut niet alleen, gelet op de belangrijkste factor in TOY STORY: vermaak.

© Copyright Menno Peeters (mpeeters@pvda.nl), 09-04-96


[ Reageer nu ] [ Terug naar index ]