Meesters

Wanneer is iemand een meester in zijn vak? Over het algemeen, als hij of zij door zijn gelijken als erg goed in zijn vak wordt gezien. Maar imago telt ook. Het is niet alleen een vraag van pure vaardigheid, maar ook wat je ermee gedaan hebt en hoe bekend je ermee geworden bent. Er zijn veel meer bekwame mensen dan zij die bekend zijn als meesters. Maar bij de titel “meester” gaat het om een combinatie: bekende personen die bekende dingen hebben gedaan die ver boven de vaardigheden van een normaal persoon gaan.

De adel

De macht van de adel is gebaseerd op geloof of het recht van de sterkste, of beiden. Het antwoord is afhankelijk van aan wie je het vraagt. Velen geloven dat de nobelen door de Stem van God zijn aangesteld om te regeren over de rest van de mensheid. Hun macht is gebaseerd op vier “pilaren”:
1: Het land is hun bezit, tenzij in pacht uitgegeven. Dit betekent dat al het land dat niet bebouwd wordt, eigendom is van de plaatselijke nobele en dat iedereen die eigenaar is van een stuk bouwland of in een dorp of stad woont belasting moet betalen aan de nobele. Daarnaast heeft de adel het recht een monopolie in te stellen voor bepaalde goederen (zoals zout) en mag zij haar eigen munten slaan.
2: De adel heeft de steun van de geestelijkheid. De meeste inwoners zijn gelovig, dus wil dat wat zeggen. De hogere geestelijkheid komt voor een belangrijk deel ook voort uit de adel, het is een populaire carrierestap voor jongere zoons en overtollige dochters van goede afkomst.
3: De adel heeft het monopolie op het dragen van wapens. Dit betekent dat zij formeel mogen bepalen wie er welk wapen mag dragen in het gebied onder hun controle. Dit heeft weer tot gevolg dat alle soldaten, krijgers, huurlingen etc.formeel onder het commando van een nobele moeten staan.
4: De adel spreekt recht. En natuurlijk wordt er vaak recht gesproken in het eigen voordeel. In naam wordt deze macht gecontroleerd door de geestelijkheid, maar aangezien de hoge geestelijkheid en de adel vaak twee handen op een buik zijn stelt dit niet altijd wat voor.

In theorie is “de Keizer” de hoogste van de nobelen. In naam is ieder van de koningen hier verantwoording aan schuldig, maar in de praktijk is de keizer iemand die ver weg zit, zich nauwelijks voor deze streken interesseert en nooit wat van zich laat horen. Vroeger betaalde men hem ook belasting, maar deze is al enige tijd niet meer opgehaald en de koningen hebben daar weinig problemen mee.

Eerste onder de nobelen van deze landen was altijd de “hoge koning”, maar sinds de Hoge koning van Bronac viel onder de schaduw van de trollen wordt de top van de pyramide –voor alle praktische doeleinden- gevormd door de leiders van de “vijf koninkrijken” Hirado, Magon, Lenoor, Grenwold en Erstaf. Oorspronkelijk waren er negen koninkrijken, maar Bronac is onder de voet gelopen, het koninklijk huis van Rendarc is uitgestorven, Bator ligt zo geisoleerd en is zo klein dat niemand er nog rekening mee houdt en Jilinost wordt door de rest van de wereld niet langer meer als een koninkrijk gezien, maar net als de resten van Rendarc als een soort bufferstaat tussen Magon en Hirado.

Lodewijk III, koning van Hirado, is de koning van het machtigste van de vijf koninkrijken en daarmee machtigste nobele van het land. Vroeg in de 30, getrouw en vader van drie zoons. Arrogant, autocraat, populair bij zijn eigen adel en de geestelijkheid maar niet bij de bevolking. Hij houdt er erg “ouderwetse” ideeen op na en zag het liefst alle rijken onder zijn persoonlijk gezag verenigd. Dat hij hier niet in slaagt ligt voor een groot deel aan het feit dat hij er in is geslaagd veel vijanden te maken. Zijn leger is het grootste en sterkste van de vijf koninkrijken en wordt gesteund door de machtige, militante orde van Uriel.
Diederik VI “de dikke” van Magon is de belangrijkste tegenstander van Lodewijk. Halverwege de 50, zonder directe mannelijke nakomelingen, geeft hij leiding aan een land half zo rijk als Hirado. Diederik geldt als een geslepen diplomaat, een noodzakelijkheid als je regeert met een hofhouding in de stad Beldarc dat het meest corrupte, doortrapte en verwende oord van de vijf koninkrijken is. Diederik heeft openlijk magiers in dienst en weet de naijver onder zijn vele schoonzoons te gebruiken om zijn eigen doelen vooruit te helpen. Zijn geheime dienst is berucht.
Karel van Lenoor is pas een paar jaar koning. Lenoor is een bondgenoot van Hirado en ligt ingeklemt tussen Hirado en de trollen. Veel minder welvarend dan Hirado, is het land ook veel minder druk bevolkt en “streng”. Karel komt uit een huis van krijgers en valt goed bij het geregelde leger en de bevolking, maar minder bij de geestelijkheid. Er is nog weinig over hem bekend, maar hij kont uit een familie met een hoog aanzien dat via bloedbanden met alle andere koninkrijken is verbonden. In de traditie van zijn voorvaderen is Karel zelf een kundig krijger, een leerling van Meester krijger Megiston van de vele kleuren.
Volstag II “de luie”van Grenwold heeft weinig persoonlijkheid en schijnt een vrij saai individu te zijn, zijn plaats oin dit overzicht heeft hij voornamelijk te danken aan zijn koninkrijk, het derde in macht onder de vijf koninkrijken. Aan het hof in Noumean vermaakt men zich wel met handel, feestvieren en partijtjes maar veel van de nobelen van Grenwold verblijven permanent in Beldarc. Grenwold en Magon zijn traditionele bindgenoten, al is Magon veranderd van de junior in de senior partner van dat bondgenootschap.
Erwin I van Erstaf is de minste van de vijf koningen. Erstaf is door daar ligging erg kwetsbaar voor aanvallen van de trollen en bestaat uit niet meer dan een verzameling kastelen, forten, versterkte dorpen en mijnbouwvestigingen. Het dankt zijn overleven aan de steun van Magon en Grenwold. Maar Erwin regeert al 30 jaar met vaste hand. Misschien de meest capabele monarch, maar zeker degene met de minste middelen.

Naast deze “grootmachten” zijn er vele hertogen, graven, baronnen en jonkers. Drie personen zijn bekender dan de rest, doordat zijn een onafhankelijke positie ten opzichte van de “vijf koninkrijken” weten te behouden.

Renner van Maling, Graaf van de Rode Mark, is de meest in aanzien staande nobele van Rendarc. Hij is geen familie van de oude koningen van Rendarc, maar regeert als een vorst over twee steden waar veel handel doorheen gaat, pal tussen de machtige rijken van Hirado en Magon in. Renner is weliswaar een streng en autocratisch regent, maar heeft allerlei progressieve ideeen over handel, kennis en techniek Men verwacht dat hij ooit tussen Magon of Hirado zal kiezen. Als hij dat ooit doet, zal hij daar zeker niet slechter van worden. Hierom wordt hij scherp in de gaten gehouden door de vrije steden Grendel, Holderwoud en Sarwoud.
Jeroen van Golwerd
is de “keuzekoning”van Golwerd, leider van Jilinost. Een bekwaam, ervaren jurist en diplomaat. Ooit aan de macht gekomen door slim gebruik te maken van de machtsbalans tussen Hirado, Magon en in mindere mate Grendel profiteerde hij van een patstelling in de laatste oorlog en wist hij een deel van het oude Jilinost zijn vrijheid terug te geven. Hij haalde de magiers van de magiersacademie binnen en veel “vrijdenkers”uit de vijf koninkrijken. Maar zijn macht is tanende. Dezelfde slimme constructies waarmee hij aan de macht wist te komen werken niet meer bij zijn dood, en het succes van Jilinost heeft ook veel immigranten van bedenkelijker aard aangetrokken. Men verwacht kort na zijn overlijden een openlijke oorlog over Jilinost.

De krijgers

De legers van de nobelen bestaan uit soldaten in vaste dienst, geleid door officieren welke altijd uit de adelijke stand zelf afkomstig zijn. De massa van het krijgsvolk bestaat uit beroepssoldaten, welke vaak al van jongs af aan voor dat vak worden opgeleid. Als je pa krijger was, zul jij dat waarschijnlijk ook worden. Voor veel officieren is hun vak een excuus om een goed salaris te genieten, rond te lopen met een fraai uniform, zich te vermaken met jachtpartijen, duels en orgies. Af en toe moet er gevochten worden, dan komen de echte beroeps naar voren. Het “beroep” van soldaat is niet zonder carrieremogelijkheden, want los van de status van officier kan een eenvoudig soldaat echt wel een status bereiken, ook al zit er niet meer dan de rang van Overste of Sergeant in. Als je goed bent, betaalt het goed en als het op vechten aan komt is men toch van je afhankelijk.
Tot de val van Bronac was vrijwel iedere soldaat in dienst van een landhebbende nobele. Maar de opkomst van de trollen zorgde ervoor dat er nogal wat nobelen hun land kwijt raakten en er wat “vrije steden”ontstonden. Goede krijgers kregen alternatieven: ze konden dienst nemen bij een landloze nobele of een stad, een andere werkgever kiezen als hem dat goed uit kwam en op deze manier een carriere als huurling doorlopen, waarbij reputatie en kunde veel belangrijker zijn dan afkomst en kapitaal. Sommige van deze huurlingen zijn vrij succesvol geworden. In tijden van oorlog zijn ze zeer gewild.

De grootsten onder de krijgers worden “Meester krijgers”genoemd. De titel werd oorspronkelijk gegeven aan een twaalftal kampioenen van het oude rijk Bronac, maar sinds dit rijk is verdwenen gaat de titel min of meer van Meester op Meester over. Men kan op vier manieren Meester krijger worden:
1: De Hoge koning van Bronac kan –op voorspraak van de Kardinaal van Michael - een talentvolle soldaat benoemen tot zijn Kampioen, als er op dat moment minder dan 12 kampioenen zijn. Bij gebrek aan een Hoge koning én kardinaal van Michael is deze methode niet zo bruikbaar meer.
2: Een Meester krijger wijst zijn eigen opvolger aan. Indien die opvolger door de andere Meester krijgers als “te licht” wordt gezien, zal deze spoedig bezoek krijgen van een collega, welke hem uit daagt voor een duel. De meeste Meester krijgers zijn nogal trots op hun titel. Is de kandidaat inderdaad “te licht”, dan zal zijn leraar daarna een nieuw iemand aan moeten wijzen. Dit uitdagen is vaak geen zaak van leven of dood. Als de andere Meester de kandidaat de titel waardig acht, zal deze hem niet doden ook al is hij zelf een betere krijger, maar wordt het gevecht geacht te zijn geeindigd in “gelijk spel”. De jonge Meester krijger zal zijn “examinator” in de regel dankbaar zijn voor het positieve oordeel, dit versterkt de onderlinge band.
3: Sterft of verdwijnt een Meester krijger zonder opvolger, dan organiseren de andere Meesters een toernooi waar ieder aan deel kan nemen. De winnaar wordt meester krijger. Dit toernooi is geen fraai geheel, met feesten, toeschouwers en prijzen, maar krijgers weten van elkaar dat er een gehouden wordt en wie er wint is ook vaak snel bekend.
4: Versla een Meester krijger in een eerlijk duel waarin de titel op het spel staat.

Hoewel vaak van lage komaf, worden de Meesters geacht en gerespecteerd, zelfs door de adel en geestelijkheid. De Meester krijgers zelf zorgen er voor dat dit zo blijft. Als iemand de reputatie, eer of titel van een Meester belachelijk maakt heeft dit wel eens tot gevolg dat de Meester er achter komt en persoonlijk zijn verhaal komt halen. En als een Meester op een verraderlijke manier om het leven komt, zullen zijn broeders wel even persoonlijk langs komen om ervoor te zorgen dat iets dergelijks niet nog een keer gebeurd. Hetzelfde geldt voor iemand die een oude Meester het leven verzuurt.
Niet van alle 12 meesterkrijgers is bekend waar ze verkeren en wat ze doen. De bekendsten zijn (in volgorde van reputatie):

Halfdan de Lange is de Meester met de grootse reputatie als krijger. Zijn leraar was de sterkste Meester krijger van zijn tijd, zelf is hij lid van de “Trollenjagers”, een groep vrijwilligers welke zich in de wouden van Erstaf met de Trollen vermaakt. Halfdan is in de kracht van zijn leven en een van de weinigen die het aandurft om in zijn eentje ver in het gebied van de Trollen te trekken. Hij wordt door velen gezien als de sterkste Meester.
Megiston van de vele kleuren is de oudste van de Meesters. Zijn bijnaam dankt hij aan zijn bonte carriere als huurling, hij heeft zo ongeveer iedere koning gediend en vele krijgers persoonlijk opgeleid, waaronder een van de koningen van het land. Maar hij heeft nooit een opvolger benoemd en wordt toch echt al wat minder goed te been. Megiston geldt als een voorbeeldige huurling. Trouw, pragmatisch, rijk en verder gewetenloos. Hij is inmiddels grootvader en woont in een fraai kasteel ergens in Rendarc. Drie zoons hopen ieder hem op te volgen.
Renatus de Blauwe. Een van de jongste maar meest getalenteerde Meester krijgers, een echte levensgenieter en veel geziene gast op feestjes van de adel. Hij is extreem handig en specialiseerd zich in goocheltruuks, snelle wapens en heimelijkheid. Hij heeft een scherpe tong en een bizar gevoel voor humor.
Jacopo van Twillicht is een telg uit een roemrijk geslacht van huurlingen en de 8e van deze lijn. Hij is de jongere broer van een andere Meester, welke zich heeft terug getrokken. Jacopo is rijk en heeft vele connecties met de handelsgilden en families. Toch heeft hij zijn status niet gekocht. Toen hij zijn vader opvolgde kwamen er maar liefst drie andere Meesters langs om hem aan de tand te voelen omdat men aan zijn vaardigheden twijfelde. Dat zit hem nog steeds niet lekker. Jacopo geldt als keihard, voor geld te koop maar absoluut betrouwbaar bij het uitvoeren van zijn taak.
Roderik de Wind is een buitenstaander, lid van een stam nomaden in het westen, waar de bergen aan de grens van Lenoor ophouden en een dorre woestijn begint. Er is weinig over hem bekend. Het is de beste krijger van zijn volk, maar dit volk maakt geen deel uit van een van de koninkrijken en leeft geisoleerd. Megiston van de vele kleuren heeft hem “getest” en goed genoeg bevonden. Roderik is een uitstekend ruiter.
Tedenzel Tal Timeon is van het Rohemar- volk. (Hij luistert ook wel naar de naam “drie-T”) Hij stamt af van een van de vele Rohemar – families welke de afgelopen eeuw uit het Keizerrijk naar de voormark zijn geimmigreerd. Zijn keuze voor het vak van krijger verbaasde zijn familie. Hij is vooral goed met afstandswapens.
Berthus de Tweeduister is een eenzame figuur, die rondtrekt door het land met een klein gevolg en eigenlijk doet waar hij zelf zin inheeft. Hij is grof gebouwd en komt niet zo slim over. Dat laatste is slechts schijn, maar ook het wekken van een verkeerde indruk hoort bij het wapen van een Meester Krijger. Hij vindt het leuk om officieren in elkaar te slaan die hun manschappen misbruiken. Zijn favoriete wapens zijn de tweehandige bijl “Scheermes”en de kruisboog “Plokker”.
Kramer de Witte is een renegaat van het Arnyaquin- volk. Uitgestoten vanwege het overtreden van een aantal niet nader omschreven taboe’s. Hij heeft vele schaduwachtige relaties met de onderwereld, men zegt dat hij een groep afpersers en piraten leidt. Hij woont in Noumean en is een goede aanvoerder van een groep elite huurlingen. Zijn relatie met Halfdan de Lange is ingewikkeld. De beide heren mogen elkaar absoluut niet, maar respecteren elkaar wel. Duels tussen volgelingen van beide Meesters komen vaak voor.
De grijze ridder. Het is onbekend wie deze persoon is, maar hij werd een jaar geleden Meester na het leven van Laurens van Twillicht gered te hebben. Laurens trad hierop terug en wees hem aan als zijn opvolger. Volgens sommigen was Laurens een beetje dement aan het worden toen hij dit deed, de nieuwe meester was in ieder geval niet blij met zijn benoeming. Sinds die tijd heeft de grijze ridder al twee maal openlijk iemand verslagen die zich voor hem uitgaf, maar de meeste meesters zouden deze nieuwkomer graag eens willen “testen”.

De magiers

Magiers zijn altijd bijzondere individuen. Als hun omgeving van hen weet dát het magiers zijn, is dat meteen aan de hele omgeving bekend, dus de reputatie van een magier wil wel eens overdreven worden. Magiers komen maar op een paar plaatsen in grotere aantallen voor”aan de magiersacademie in Jilinost, aan het hof in Beldarc en in Grendel. In grote delen van de Voormark zijn magiers verboden en worden ze door het officieel gezag vervolgd.
Magiers verschillen sterk van elkaar. Dit is mede te danken aan de vereiste verschillen in Mentaliteit en de bijwerkingen van magie. Toch gaan alle magiers boven een bepaalde rang meestal vrij gemakkelijk met elkaar om. Echt goede beoefenaars van de “Grote kunst” zijn zeldzaam en voor elkaar vaak goede gespreksgenoten. Bovendien zijn magiers vrij vaak “nerds”en daardoor wat vreemd in de omgang, behalve tegen elkaar.

Hieronder een lijst van de wat bekendere magiers. Op volgorde van reputatie (niet noodzakelijk hun kracht):

Sochott Ben-Eilon is Meester Magier van de Keizerlijke orde. Hij bewoont een donkere toren in de stad Grendel en heeft een redelijk aantal lagere magiers onder zich. Hij gehoorzaamt slechts aan de drie grootmeesters van zijn orde, welke in het Keizerrijk verblijven. Sochott heeft een zeer zwarte reputatie, maar doet weinig echt verkeerd. Hij heeft een grote zelfbeheersing, maar áls hij zich laat gaan zijn de effecten zeer spectaculair. Pas echter op als je iets van hem nodig hebt, de prijs is altijd veel hoger dan je zou denken. Sochott is – hoe kan het ook anders- een meester van de zwarte magie.
Chinoee van het wilde water woont in een duistere toren midden in het trollenland en wordt door iedereen met rust gelaten. Zelfs door de trollen. Dat kan aan de grote hoeveelheid ondoden liggen die daar voorkomen. Men zegt dat Chinoee een vampier is, ouder dan welke magier dan ook in deze landen. Ze ziet er in ieder geval uit als een cliché vampirella: knap, duister en sexy, en bezit een harem van (vaak mannelijke) dienaren en lagere magiers welke opvallend weinig in het zonlicht te vinden zijn. Er zijn aanwijzingen dat ze hier al woonde voordat Bronac viel. Chinoee staat bekend om haar beheersing van ondoden, golems en giffen.
Serge de Menalist is een publiek figuur welke woont aan het hof in Beldarc. Hij is een ex-leerling van de Academie der Vrije magiers, welke voor zichzelf begonnen is en nu veel succes heeft met het ten gelde maken van zijn vaardigheden. Hij is een van de leiders van een magiers ”clan” welke steeds meer invloed krijgt, zeer tegen de zin van zijn voormalige leermeesters. Serge is vooral een praktisch denkend iemand, gespecialiseerd in Telekinese, maar hij beheerst alle vaardigheden op op zijn minst redelijk niveau.
Menores de Geestenspreker is de enige magier welke openlijk in het rijk Hirado woont. Hij is onderzocht door de inquisitie, welke niets verwerpelijks aan hem kon vinden. Als gevolg daarvan is Menores zo ongeveer de meest geliefde magier welke er in de voormark rond loopt. Hij heeft veel vrienden. Menores is een welwillende telepaat, maar heeft verder geen magische vaardigheden.
Dageraad de Heks is de meest gevreesde docente aan de academie van de Vrije magiers. Een extroverte, roodharige heks met de slechtste reputatie van alle docenten: ze zou een tamme draak hebben, ze eet het vlees van jonge kinderen en ze haat mannen. Zegt men. Ze heeft vrij hoge rangen in Creatie en Teleportatie en is een van de weinige magiers die er ook in een gevecht goed mee om kan gaan. Zegt men. Serge de Menalist heeft een hekel aan haar en de Inquisitie heeft een prijs op haar hoofd gezet. Dat staat vast.
Nauorinam de Blauwe magier is de Deken van de academie van de Vrije magiers in Jilinost. Een tijdloze, vriendelijke man van gemiddelde leeftijd (al 20 jaar gemiddelde leeftijd, mensen beginnen het door te krijgen). Een van de steunpilaren van onafhankelijk Jilinost. Hij weet veel en wordt door zijn kennis door alle andere magiers gerespecteerd.
Avinyara di Darian-Flori is de bij de gewone mensen bekendste docent van de Vrije magiersacademie. Als diplomaat komt ze zo ongeveer overal in de Voormark. De enige onder de meesters met diplomatieke gaven welke veel onder de normale mensen komt. Ze is waarschijnlijk minder sterk dan haar reputatie, vrijwel niemand heeft haar ooit zien toveren. Men zegt dat ze een aardige vormveranderaar is.
Fidantilus "de maker" is een merkwaardige man met een kale kop en lange baard, die eigenlijk meer een technicus dan een magier is. Dat subtiele verschil is de buitenwereld niet zo gauw duidelijk. De kerk ook niet. Ze staan even afwijzend tegenover zijn uitvindingen als ze afwijzend tegenover magiers in het algemeen staan. Fidantilus doet geen vlieg kwaad. Hoewel hij niet officieel verbonden is aan de academie van de Vrije Magiers, is hij er een graag geziene gast.

De rijken

De afgelopen eeuw zag de opkomst van een aantal machtige steden en de handel langs de kust. Dit heeft geleid tot de opkomst van een aantal families welke vanuit die steden de handel domineren. Voor de ondergang van Bronac was dit vrijwel niet mogelijk. Als de adel meer geld nodig had, schroefde ze gewoon de belastingen omhoog. Maar met het verdwijnen van het centraal gezag werd ook het gezag van de adel minder. De rijke families begonnen hun kapitaal te spreiden over meerdere plaatsen, zodat de plaatselijke adel er niet altijd bij kon. Daarnaast vormden ze "clans", welke steun bij elkaar konden zoeken. Deze "clans" bestonden oorspronkelijk uit een aantal families welke voornamelijk tot een gilde behoorden. Hoewel de gilden nog steeds bestaan zijn het vooral de clans die de macht uitmaken. Het is als kleine ondernemenr onmogelijk om je hoofd boven water te houden als je niet op een of andere manier met een van de "clans"bevriend bent.
De Clans volgen min of meer de structuur van een familie. Bloedbanden zijn belangrijk, maar men kan ook door adoptie en huwelijk een hoge plaats krijgen. De hoofden van de "clans" hebben steeds meer macht in handen gekregen, tot aan het niveau dat zelfs de adel goed rekening met hen houdt. Over het algemeen geven ze niet zoveel om militaire macht, maar soms is een sterke arm noodzakelijk om jje commerciele belangen te verdedigen. Beheersing van de onderwereld maakt daar een deel van uit. Het is natuurlijk onvermeidelijk dat de clans af en toe met elkaar botsen en op die manier met de politiek van de Adel in aanraking komen.
Natuurlijk komen de clans geregeld in aanvaring met elkaar. Alleen de sterksten overleven dit. Conflicten zijn kort, hevig en bloederig.

Clan Meridian beheerst een groot deel van de transportwereld. Begonnen als scheepswerf begonnen ze een eigen rederij, welke nu meer dan de helft van alle transport over de rivieren en over zee voor zijn rekening neemt. Er zijn vele kleine reders die daar een graantje van mee willen pikken, wat de clan best vindt zo lang ze maar niet te groot worden. De Clan breidt zich uit in het transport over land en koopt stapelplaatsen, herbergen en loodsen op. Dit brengt ze in conflict met de
Clan Alstram. Van oorsprong een bouwmeestersgilde in Darc, wist het zijn invloed met list, bedrog en afpersing uit te breiden naar andere takken en bedrijven. Hun huidige hoofdkwartier staat in Beldarc. Wil je iets bouwen? Zit de plaatselijke middenstand je dwars? Moet er iets "geregeld worden?" Alles, kan, voor een prijs. De Clan Alstram is de op een na meest criminele van de Clans, achter de facade van luxe en decadentie. Het is ook de clan met de meeste conflicten met andere clans.
Clan Galthing is ontstaan de het uithuwelijken tussen een aantal mijneigenaren in Grenwold. De clan heeft de meeste mijnen en smelterijen in bezit en probeert zijn macht uit te breiden naar werkplaatsen en het vervoer van ertsen. Verder zitten ze sterk in de Bosbouw. Het clanhoofd woont in Beldarc.
Clan Chevori bestond oorspronkelijk uit een familie van papiermakers. Met de opkomst van de middenstand werd ook papier belangrijker, de macht van de Chevori's is gebaseerd op op kennis van procede's en technieken, welke ze een absoluut monopolie op bepaalde pigmenten, chemicalien en papier geeft. De Chevori's hebben geleerd dat deze geheimen soms met geweld moeten worden verdedigd. Vooral tegen de Alstrams en de Galthings. Ze hebben hun hoofdkwartier in Lage Maling.
Clan Esau manipuleert de handel in slaven. Dit is niet altijd in het nadeel van de slaven zelf, want ze zorgen er ook voor dat slaven niet als vee worden behandelt, niet worden afgedankt etcetera. Dit kost geld, wat ze innen door "belasting" op te leggen aan individuele slavenhandelaren. Eigenlijk is dit een vorm van afpersing. De belasting wordt namelijk meer als je je niet aan hun regels houdt en als je het niet ophoest komen ze het wel halen. Clan Esau is niet de machtigste van de Clans, maar heeft geen conflicten met de rest omdat iedereen hun werk nuttig vindt. Hun hoofdkwartier is gevestigd in de stad Grendel.
Clan Ijkenbron is de enige van de clans welke niet duidelijk uit een bepaalde familie is ontstaan maar wel de grootste clan in de voormark. Op een bepaald moment merkte de oude gildes de opkomst van de clans en zagen zij hun macht verdwijnen. Een aantal oude gilde's sloegen daarop de handen ineen en maakten een eigen kusntmatige "familie" om de macht van de andere clans tegen te houden. Clan Ijkenbron is vrij ongericht en voornamelijk bezig om de leerlooiers, wevers, smeden, herbergiers en andere niet zo goed georganiseerde ambachtslieden te beschermen. De clan groeit nog ieder jaar en heeft zijn hoofdkwartier in Grendel.
Clan Monaster komt voort uit een aantal huurlingen, welke zich op het einde van de eerste trollenoorlog in Magon vestigden en ieder van de toenmalige koning een titel en landgoederen kregen toegewezen.. Oorspronkelijk bedoeld als een soort van organisatie om de plaatselijke bevolking er onder te houden zijn ze zich in de loop van de jaren steeds meer bezig gaan houden met de duistere kant van de samenleving: smokkel, prostitutie, afpersing, moord. Hun verhouding met de andere Clans is problematisch. Ze hebben duidelijke belangen in het koninkrijk Magon en spelen aan het hof een grote rol.
Clan Flori is een van de jongste clans. Oorspronkelijk niet uit de voormark afkomstig, houden ze zich bezig met handel tussen de continenten: specerijen, bijzondere stoffen en snuisterijen zijn hun domein. Ze zijn vrij klein en hebben voortdurend ruzie met de Meridian's, Alstrams en Monasters, maar het feit dat de "kernfamilie" van de Flori's nogal wat capabele magiers kent helpt hen zich te handhaven. De kernfamilie van de Flori's heeft zijn hoofdkwartier op een ander continent, hetgeen ze vrij immuun maakt voor al te grove bedreigingen.
Clan Lavran is kleinste van de clans en net als de Flori's niet afkomstig van de Voormark zelf. De Lavran's zijn financiers: zeer bedreven handelaars in schuldbekentenissen van de adel, de gildes en sommige andere clans. Ze hadden in het verleden het talent om precies die individuen geld te lenen die zeer succesvol werden. Hoofdkwartier van de Lavrans staat in de stad Golwerd. Men verwacht dat de clan spoedig door de anderen zal worden opgeslokt.
Clan Evidian is de armste van de clans en een voorbeeld wat er gebeurd als je als clan teveel vijanden krijgt. De Evidians waren keurmeesters voor wijn in Hirado, mogelijk geaakt door de samenwerking van een paar machtige boeren en instemming van de kant van de adel. Een eeuw geleden begonnen ze hun macht uit te breiden naar andere vormen van landbouw, weverijen, transport over land en slavenhandel. Een ruzie met de Meridian clan liep nog vrij aardig af, de clan besloot toen de positie van de Galthings aan te vallen door zelf mijnen in het westen van Lenoor in gebruik te nemen. Dit leidde tot een verbitterde strijd. Op een gegeven moment huurde de Galthings de medewerking van de Monasters in, de Evidians antwoordde met de medewerking van de Alstrams maar kwamen hun afspraken met deze groep niet na. De Alstrams zochten toen samenwerking met de Galthings, Monasters EN de Meridians. De plaatselijke adel vond toch al dat de Evidians een te grote mond kregen, dus deden ze niets. De Evidians werden vervolgens door vier clans tegelijk aangevallen, verdreven van hun voorouderlijk grondgebied en tot de bedelstaf gebracht. Het zijn nu niet meer dan keuterboeren met een trots verleden, waar bijna niemand zaken mee wil doen.


Meesters

Wanneer is iemand een meester in zijn vak? Over het algemeen, als hij of zij door zijn gelijken als erg goed in zijn vak wordt gezien. Maar imago telt ook. Het is niet alleen een vraag van pure vaardigheid, maar ook wat je ermee gedaan hebt en hoe bekend je ermee geworden bent. Er zijn veel meer bekwame mensen dan zij die bekend zijn als meesters. Maar bij de titel “meester” gaat het om een combinatie: bekende personen die bekende dingen hebben gedaan die ver boven de vaardigheden van een normaal persoon gaan.

De adel

De macht van de adel is gebaseerd op geloof of het recht van de sterkste, of beiden. Het antwoord is afhankelijk van aan wie je het vraagt. Velen geloven dat de nobelen door de Stem van God zijn aangesteld om te regeren over de rest van de mensheid. Hun macht is gebaseerd op vier “pilaren”:
1: Het land is hun bezit, tenzij in pacht uitgegeven. Dit betekent dat al het land dat niet bebouwd wordt, eigendom is van de plaatselijke nobele en dat iedereen die eigenaar is van een stuk bouwland of in een dorp of stad woont belasting moet betalen aan de nobele. Daarnaast heeft de adel het recht een monopolie in te stellen voor bepaalde goederen (zoals zout) en mag zij haar eigen munten slaan.
2: De adel heeft de steun van de geestelijkheid. De meeste inwoners zijn gelovig, dus wil dat wat zeggen. De hogere geestelijkheid komt voor een belangrijk deel ook voort uit de adel, het is een populaire carrierestap voor jongere zoons en overtollige dochters van goede afkomst.
3: De adel heeft het monopolie op het dragen van wapens. Dit betekent dat zij formeel mogen bepalen wie er welk wapen mag dragen in het gebied onder hun controle. Dit heeft weer tot gevolg dat alle soldaten, krijgers, huurlingen etc.formeel onder het commando van een nobele moeten staan.
4: De adel spreekt recht. En natuurlijk wordt er vaak recht gesproken in het eigen voordeel. In naam wordt deze macht gecontroleerd door de geestelijkheid, maar aangezien de hoge geestelijkheid en de adel vaak twee handen op een buik zijn stelt dit niet altijd wat voor.

In theorie is “de Keizer” de hoogste van de nobelen. In naam is ieder van de koningen hier verantwoording aan schuldig, maar in de praktijk is de keizer iemand die ver weg zit, zich nauwelijks voor deze streken interesseert en nooit wat van zich laat horen. Vroeger betaalde men hem ook belasting, maar deze is al enige tijd niet meer opgehaald en de koningen hebben daar weinig problemen mee.

Eerste onder de nobelen van deze landen was altijd de “hoge koning”, maar sinds de Hoge koning van Bronac viel onder de schaduw van de trollen wordt de top van de pyramide –voor alle praktische doeleinden- gevormd door de leiders van de “vijf koninkrijken” Hirado, Magon, Lenoor, Grenwold en Erstaf. Oorspronkelijk waren er negen koninkrijken, maar Bronac is onder de voet gelopen, het koninklijk huis van Rendarc is uitgestorven, Bator ligt zo geisoleerd en is zo klein dat niemand er nog rekening mee houdt en Jilinost wordt door de rest van de wereld niet langer meer als een koninkrijk gezien, maar net als de resten van Rendarc als een soort bufferstaat tussen Magon en Hirado.

Lodewijk III, koning van Hirado, is de koning van het machtigste van de vijf koninkrijken en daarmee machtigste nobele van het land. Vroeg in de 30, getrouw en vader van drie zoons. Arrogant, autocraat, populair bij zijn eigen adel en de geestelijkheid maar niet bij de bevolking. Hij houdt er erg “ouderwetse” ideeen op na en zag het liefst alle rijken onder zijn persoonlijk gezag verenigd. Dat hij hier niet in slaagt ligt voor een groot deel aan het feit dat hij er in is geslaagd veel vijanden te maken. Zijn leger is het grootste en sterkste van de vijf koninkrijken en wordt gesteund door de machtige, militante orde van Uriel.
Diederik VI “de dikke” van Magon is de belangrijkste tegenstander van Lodewijk. Halverwege de 50, zonder directe mannelijke nakomelingen, geeft hij leiding aan een land half zo rijk als Hirado. Diederik geldt als een geslepen diplomaat, een noodzakelijkheid als je regeert met een hofhouding in de stad Beldarc dat het meest corrupte, doortrapte en verwende oord van de vijf koninkrijken is. Diederik heeft openlijk magiers in dienst en weet de naijver onder zijn vele schoonzoons te gebruiken om zijn eigen doelen vooruit te helpen. Zijn geheime dienst is berucht.
Karel van Lenoor is pas een paar jaar koning. Lenoor is een bondgenoot van Hirado en ligt ingeklemt tussen Hirado en de trollen. Veel minder welvarend dan Hirado, is het land ook veel minder druk bevolkt en “streng”. Karel komt uit een huis van krijgers en valt goed bij het geregelde leger en de bevolking, maar minder bij de geestelijkheid. Er is nog weinig over hem bekend, maar hij kont uit een familie met een hoog aanzien dat via bloedbanden met alle andere koninkrijken is verbonden. In de traditie van zijn voorvaderen is Karel zelf een kundig krijger, een leerling van Meester krijger Megiston van de vele kleuren.
Volstag II “de luie”van Grenwold heeft weinig persoonlijkheid en schijnt een vrij saai individu te zijn, zijn plaats oin dit overzicht heeft hij voornamelijk te danken aan zijn koninkrijk, het derde in macht onder de vijf koninkrijken. Aan het hof in Noumean vermaakt men zich wel met handel, feestvieren en partijtjes maar veel van de nobelen van Grenwold verblijven permanent in Beldarc. Grenwold en Magon zijn traditionele bindgenoten, al is Magon veranderd van de junior in de senior partner van dat bondgenootschap.
Erwin I van Erstaf is de minste van de vijf koningen. Erstaf is door daar ligging erg kwetsbaar voor aanvallen van de trollen en bestaat uit niet meer dan een verzameling kastelen, forten, versterkte dorpen en mijnbouwvestigingen. Het dankt zijn overleven aan de steun van Magon en Grenwold. Maar Erwin regeert al 30 jaar met vaste hand. Misschien de meest capabele monarch, maar zeker degene met de minste middelen.

Naast deze “grootmachten” zijn er vele hertogen, graven, baronnen en jonkers. Drie personen zijn bekender dan de rest, doordat zijn een onafhankelijke positie ten opzichte van de “vijf koninkrijken” weten te behouden.

Renner van Maling, Graaf van de Rode Mark, is de meest in aanzien staande nobele van Rendarc. Hij is geen familie van de oude koningen van Rendarc, maar regeert als een vorst over twee steden waar veel handel doorheen gaat, pal tussen de machtige rijken van Hirado en Magon in. Renner is weliswaar een streng en autocratisch regent, maar heeft allerlei progressieve ideeen over handel, kennis en techniek Men verwacht dat hij ooit tussen Magon of Hirado zal kiezen. Als hij dat ooit doet, zal hij daar zeker niet slechter van worden. Hierom wordt hij scherp in de gaten gehouden door de vrije steden Grendel, Holderwoud en Sarwoud.
Jeroen van Golwerd
is de “keuzekoning”van Golwerd, leider van Jilinost. Een bekwaam, ervaren jurist en diplomaat. Ooit aan de macht gekomen door slim gebruik te maken van de machtsbalans tussen Hirado, Magon en in mindere mate Grendel profiteerde hij van een patstelling in de laatste oorlog en wist hij een deel van het oude Jilinost zijn vrijheid terug te geven. Hij haalde de magiers van de magiersacademie binnen en veel “vrijdenkers”uit de vijf koninkrijken. Maar zijn macht is tanende. Dezelfde slimme constructies waarmee hij aan de macht wist te komen werken niet meer bij zijn dood, en het succes van Jilinost heeft ook veel immigranten van bedenkelijker aard aangetrokken. Men verwacht kort na zijn overlijden een openlijke oorlog over Jilinost.

De krijgers

De legers van de nobelen bestaan uit soldaten in vaste dienst, geleid door officieren welke altijd uit de adelijke stand zelf afkomstig zijn. De massa van het krijgsvolk bestaat uit beroepssoldaten, welke vaak al van jongs af aan voor dat vak worden opgeleid. Als je pa krijger was, zul jij dat waarschijnlijk ook worden. Voor veel officieren is hun vak een excuus om een goed salaris te genieten, rond te lopen met een fraai uniform, zich te vermaken met jachtpartijen, duels en orgies. Af en toe moet er gevochten worden, dan komen de echte beroeps naar voren. Het “beroep” van soldaat is niet zonder carrieremogelijkheden, want los van de status van officier kan een eenvoudig soldaat echt wel een status bereiken, ook al zit er niet meer dan de rang van Overste of Sergeant in. Als je goed bent, betaalt het goed en als het op vechten aan komt is men toch van je afhankelijk.
Tot de val van Bronac was vrijwel iedere soldaat in dienst van een landhebbende nobele. Maar de opkomst van de trollen zorgde ervoor dat er nogal wat nobelen hun land kwijt raakten en er wat “vrije steden”ontstonden. Goede krijgers kregen alternatieven: ze konden dienst nemen bij een landloze nobele of een stad, een andere werkgever kiezen als hem dat goed uit kwam en op deze manier een carriere als huurling doorlopen, waarbij reputatie en kunde veel belangrijker zijn dan afkomst en kapitaal. Sommige van deze huurlingen zijn vrij succesvol geworden. In tijden van oorlog zijn ze zeer gewild.

De grootsten onder de krijgers worden “Meester krijgers”genoemd. De titel werd oorspronkelijk gegeven aan een twaalftal kampioenen van het oude rijk Bronac, maar sinds dit rijk is verdwenen gaat de titel min of meer van Meester op Meester over. Men kan op vier manieren Meester krijger worden:
1: De Hoge koning van Bronac kan –op voorspraak van de Kardinaal van Michael - een talentvolle soldaat benoemen tot zijn Kampioen, als er op dat moment minder dan 12 kampioenen zijn. Bij gebrek aan een Hoge koning én kardinaal van Michael is deze methode niet zo bruikbaar meer.
2: Een Meester krijger wijst zijn eigen opvolger aan. Indien die opvolger door de andere Meester krijgers als “te licht” wordt gezien, zal deze spoedig bezoek krijgen van een collega, welke hem uit daagt voor een duel. De meeste Meester krijgers zijn nogal trots op hun titel. Is de kandidaat inderdaad “te licht”, dan zal zijn leraar daarna een nieuw iemand aan moeten wijzen. Dit uitdagen is vaak geen zaak van leven of dood. Als de andere Meester de kandidaat de titel waardig acht, zal deze hem niet doden ook al is hij zelf een betere krijger, maar wordt het gevecht geacht te zijn geeindigd in “gelijk spel”. De jonge Meester krijger zal zijn “examinator” in de regel dankbaar zijn voor het positieve oordeel, dit versterkt de onderlinge band.
3: Sterft of verdwijnt een Meester krijger zonder opvolger, dan organiseren de andere Meesters een toernooi waar ieder aan deel kan nemen. De winnaar wordt meester krijger. Dit toernooi is geen fraai geheel, met feesten, toeschouwers en prijzen, maar krijgers weten van elkaar dat er een gehouden wordt en wie er wint is ook vaak snel bekend.
4: Versla een Meester krijger in een eerlijk duel waarin de titel op het spel staat.

Hoewel vaak van lage komaf, worden de Meesters geacht en gerespecteerd, zelfs door de adel en geestelijkheid. De Meester krijgers zelf zorgen er voor dat dit zo blijft. Als iemand de reputatie, eer of titel van een Meester belachelijk maakt heeft dit wel eens tot gevolg dat de Meester er achter komt en persoonlijk zijn verhaal komt halen. En als een Meester op een verraderlijke manier om het leven komt, zullen zijn broeders wel even persoonlijk langs komen om ervoor te zorgen dat iets dergelijks niet nog een keer gebeurd. Hetzelfde geldt voor iemand die een oude Meester het leven verzuurt.
Niet van alle 12 meesterkrijgers is bekend waar ze verkeren en wat ze doen. De bekendsten zijn (in volgorde van reputatie):

Halfdan de Lange is de Meester met de grootse reputatie als krijger. Zijn leraar was de sterkste Meester krijger van zijn tijd, zelf is hij lid van de “Trollenjagers”, een groep vrijwilligers welke zich in de wouden van Erstaf met de Trollen vermaakt. Halfdan is in de kracht van zijn leven en een van de weinigen die het aandurft om in zijn eentje ver in het gebied van de Trollen te trekken. Hij wordt door velen gezien als de sterkste Meester.
Megiston van de vele kleuren is de oudste van de Meesters. Zijn bijnaam dankt hij aan zijn bonte carriere als huurling, hij heeft zo ongeveer iedere koning gediend en vele krijgers persoonlijk opgeleid, waaronder een van de koningen van het land. Maar hij heeft nooit een opvolger benoemd en wordt toch echt al wat minder goed te been. Megiston geldt als een voorbeeldige huurling. Trouw, pragmatisch, rijk en verder gewetenloos. Hij is inmiddels grootvader en woont in een fraai kasteel ergens in Rendarc. Drie zoons hopen ieder hem op te volgen.
Renatus de Blauwe. Een van de jongste maar meest getalenteerde Meester krijgers, een echte levensgenieter en veel geziene gast op feestjes van de adel. Hij is extreem handig en specialiseerd zich in goocheltruuks, snelle wapens en heimelijkheid. Hij heeft een scherpe tong en een bizar gevoel voor humor.
Jacopo van Twillicht is een telg uit een roemrijk geslacht van huurlingen en de 8e van deze lijn. Hij is de jongere broer van een andere Meester, welke zich heeft terug getrokken. Jacopo is rijk en heeft vele connecties met de handelsgilden en families. Toch heeft hij zijn status niet gekocht. Toen hij zijn vader opvolgde kwamen er maar liefst drie andere Meesters langs om hem aan de tand te voelen omdat men aan zijn vaardigheden twijfelde. Dat zit hem nog steeds niet lekker. Jacopo geldt als keihard, voor geld te koop maar absoluut betrouwbaar bij het uitvoeren van zijn taak.
Roderik de Wind is een buitenstaander, lid van een stam nomaden in het westen, waar de bergen aan de grens van Lenoor ophouden en een dorre woestijn begint. Er is weinig over hem bekend. Het is de beste krijger van zijn volk, maar dit volk maakt geen deel uit van een van de koninkrijken en leeft geisoleerd. Megiston van de vele kleuren heeft hem “getest” en goed genoeg bevonden. Roderik is een uitstekend ruiter.
Tedenzel Tal Timeon is van het Rohemar- volk. (Hij luistert ook wel naar de naam “drie-T”) Hij stamt af van een van de vele Rohemar – families welke de afgelopen eeuw uit het Keizerrijk naar de voormark zijn geimmigreerd. Zijn keuze voor het vak van krijger verbaasde zijn familie. Hij is vooral goed met afstandswapens.
Berthus de Tweeduister is een eenzame figuur, die rondtrekt door het land met een klein gevolg en eigenlijk doet waar hij zelf zin inheeft. Hij is grof gebouwd en komt niet zo slim over. Dat laatste is slechts schijn, maar ook het wekken van een verkeerde indruk hoort bij het wapen van een Meester Krijger. Hij vindt het leuk om officieren in elkaar te slaan die hun manschappen misbruiken. Zijn favoriete wapens zijn de tweehandige bijl “Scheermes”en de kruisboog “Plokker”.
Kramer de Witte is een renegaat van het Arnyaquin- volk. Uitgestoten vanwege het overtreden van een aantal niet nader omschreven taboe’s. Hij heeft vele schaduwachtige relaties met de onderwereld, men zegt dat hij een groep afpersers en piraten leidt. Hij woont in Noumean en is een goede aanvoerder van een groep elite huurlingen. Zijn relatie met Halfdan de Lange is ingewikkeld. De beide heren mogen elkaar absoluut niet, maar respecteren elkaar wel. Duels tussen volgelingen van beide Meesters komen vaak voor.
De grijze ridder. Het is onbekend wie deze persoon is, maar hij werd een jaar geleden Meester na het leven van Laurens van Twillicht gered te hebben. Laurens trad hierop terug en wees hem aan als zijn opvolger. Volgens sommigen was Laurens een beetje dement aan het worden toen hij dit deed, de nieuwe meester was in ieder geval niet blij met zijn benoeming. Sinds die tijd heeft de grijze ridder al twee maal openlijk iemand verslagen die zich voor hem uitgaf, maar de meeste meesters zouden deze nieuwkomer graag eens willen “testen”.

De magiers

Magiers zijn altijd bijzondere individuen. Als hun omgeving van hen weet dát het magiers zijn, is dat meteen aan de hele omgeving bekend, dus de reputatie van een magier wil wel eens overdreven worden. Magiers komen maar op een paar plaatsen in grotere aantallen voor”aan de magiersacademie in Jilinost, aan het hof in Beldarc en in Grendel. In grote delen van de Voormark zijn magiers verboden en worden ze door het officieel gezag vervolgd.
Magiers verschillen sterk van elkaar. Dit is mede te danken aan de vereiste verschillen in Mentaliteit en de bijwerkingen van magie. Toch gaan alle magiers boven een bepaalde rang meestal vrij gemakkelijk met elkaar om. Echt goede beoefenaars van de “Grote kunst” zijn zeldzaam en voor elkaar vaak goede gespreksgenoten. Bovendien zijn magiers vrij vaak “nerds”en daardoor wat vreemd in de omgang, behalve tegen elkaar.

Hieronder een lijst van de wat bekendere magiers. Op volgorde van reputatie (niet noodzakelijk hun kracht):

Sochott Ben-Eilon is Meester Magier van de Keizerlijke orde. Hij bewoont een donkere toren in de stad Grendel en heeft een redelijk aantal lagere magiers onder zich. Hij gehoorzaamt slechts aan de drie grootmeesters van zijn orde, welke in het Keizerrijk verblijven. Sochott heeft een zeer zwarte reputatie, maar doet weinig echt verkeerd. Hij heeft een grote zelfbeheersing, maar áls hij zich laat gaan zijn de effecten zeer spectaculair. Pas echter op als je iets van hem nodig hebt, de prijs is altijd veel hoger dan je zou denken. Sochott is – hoe kan het ook anders- een meester van de zwarte magie.
Chinoee van het wilde water woont in een duistere toren midden in het trollenland en wordt door iedereen met rust gelaten. Zelfs door de trollen. Dat kan aan de grote hoeveelheid ondoden liggen die daar voorkomen. Men zegt dat Chinoee een vampier is, ouder dan welke magier dan ook in deze landen. Ze ziet er in ieder geval uit als een cliché vampirella: knap, duister en sexy, en bezit een harem van (vaak mannelijke) dienaren en lagere magiers welke opvallend weinig in het zonlicht te vinden zijn. Er zijn aanwijzingen dat ze hier al woonde voordat Bronac viel. Chinoee staat bekend om haar beheersing van ondoden, golems en giffen.
Serge de Menalist is een publiek figuur welke woont aan het hof in Beldarc. Hij is een ex-leerling van de Academie der Vrije magiers, welke voor zichzelf begonnen is en nu veel succes heeft met het ten gelde maken van zijn vaardigheden. Hij is een van de leiders van een magiers ”clan” welke steeds meer invloed krijgt, zeer tegen de zin van zijn voormalige leermeesters. Serge is vooral een praktisch denkend iemand, gespecialiseerd in Telekinese, maar hij beheerst alle vaardigheden op op zijn minst redelijk niveau.
Menores de Geestenspreker is de enige magier welke openlijk in het rijk Hirado woont. Hij is onderzocht door de inquisitie, welke niets verwerpelijks aan hem kon vinden. Als gevolg daarvan is Menores zo ongeveer de meest geliefde magier welke er in de voormark rond loopt. Hij heeft veel vrienden. Menores is een welwillende telepaat, maar heeft verder geen magische vaardigheden.
Dageraad de Heks is de meest gevreesde docente aan de academie van de Vrije magiers. Een extroverte, roodharige heks met de slechtste reputatie van alle docenten: ze zou een tamme draak hebben, ze eet het vlees van jonge kinderen en ze haat mannen. Zegt men. Ze heeft vrij hoge rangen in Creatie en Teleportatie en is een van de weinige magiers die er ook in een gevecht goed mee om kan gaan. Zegt men. Serge de Menalist heeft een hekel aan haar en de Inquisitie heeft een prijs op haar hoofd gezet. Dat staat vast.
Nauorinam de Blauwe magier is de Deken van de academie van de Vrije magiers in Jilinost. Een tijdloze, vriendelijke man van gemiddelde leeftijd (al 20 jaar gemiddelde leeftijd, mensen beginnen het door te krijgen). Een van de steunpilaren van onafhankelijk Jilinost. Hij weet veel en wordt door zijn kennis door alle andere magiers gerespecteerd.
Avinyara di Darian-Flori is de bij de gewone mensen bekendste docent van de Vrije magiersacademie. Als diplomaat komt ze zo ongeveer overal in de Voormark. De enige onder de meesters met diplomatieke gaven welke veel onder de normale mensen komt. Ze is waarschijnlijk minder sterk dan haar reputatie, vrijwel niemand heeft haar ooit zien toveren. Men zegt dat ze een aardige vormveranderaar is.
Fidantilus "de maker" is een merkwaardige man met een kale kop en lange baard, die eigenlijk meer een technicus dan een magier is. Dat subtiele verschil is de buitenwereld niet zo gauw duidelijk. De kerk ook niet. Ze staan even afwijzend tegenover zijn uitvindingen als ze afwijzend tegenover magiers in het algemeen staan. Fidantilus doet geen vlieg kwaad. Hoewel hij niet officieel verbonden is aan de academie van de Vrije Magiers, is hij er een graag geziene gast.

De rijken

De afgelopen eeuw zag de opkomst van een aantal machtige steden en de handel langs de kust. Dit heeft geleid tot de opkomst van een aantal families welke vanuit die steden de handel domineren. Voor de ondergang van Bronac was dit vrijwel niet mogelijk. Als de adel meer geld nodig had, schroefde ze gewoon de belastingen omhoog. Maar met het verdwijnen van het centraal gezag werd ook het gezag van de adel minder. De rijke families begonnen hun kapitaal te spreiden over meerdere plaatsen, zodat de plaatselijke adel er niet altijd bij kon. Daarnaast vormden ze "clans", welke steun bij elkaar konden zoeken. Deze "clans" bestonden oorspronkelijk uit een aantal families welke voornamelijk tot een gilde behoorden. Hoewel de gilden nog steeds bestaan zijn het vooral de clans die de macht uitmaken. Het is als kleine ondernemenr onmogelijk om je hoofd boven water te houden als je niet op een of andere manier met een van de "clans"bevriend bent.
De Clans volgen min of meer de structuur van een familie. Bloedbanden zijn belangrijk, maar men kan ook door adoptie en huwelijk een hoge plaats krijgen. De hoofden van de "clans" hebben steeds meer macht in handen gekregen, tot aan het niveau dat zelfs de adel goed rekening met hen houdt. Over het algemeen geven ze niet zoveel om militaire macht, maar soms is een sterke arm noodzakelijk om jje commerciele belangen te verdedigen. Beheersing van de onderwereld maakt daar een deel van uit. Het is natuurlijk onvermeidelijk dat de clans af en toe met elkaar botsen en op die manier met de politiek van de Adel in aanraking komen.
Natuurlijk komen de clans geregeld in aanvaring met elkaar. Alleen de sterksten overleven dit. Conflicten zijn kort, hevig en bloederig.

Clan Meridian beheerst een groot deel van de transportwereld. Begonnen als scheepswerf begonnen ze een eigen rederij, welke nu meer dan de helft van alle transport over de rivieren en over zee voor zijn rekening neemt. Er zijn vele kleine reders die daar een graantje van mee willen pikken, wat de clan best vindt zo lang ze maar niet te groot worden. De Clan breidt zich uit in het transport over land en koopt stapelplaatsen, herbergen en loodsen op. Dit brengt ze in conflict met de
Clan Alstram. Van oorsprong een bouwmeestersgilde in Darc, wist het zijn invloed met list, bedrog en afpersing uit te breiden naar andere takken en bedrijven. Hun huidige hoofdkwartier staat in Beldarc. Wil je iets bouwen? Zit de plaatselijke middenstand je dwars? Moet er iets "geregeld worden?" Alles, kan, voor een prijs. De Clan Alstram is de op een na meest criminele van de Clans, achter de facade van luxe en decadentie. Het is ook de clan met de meeste conflicten met andere clans.
Clan Galthing is ontstaan de het uithuwelijken tussen een aantal mijneigenaren in Grenwold. De clan heeft de meeste mijnen en smelterijen in bezit en probeert zijn macht uit te breiden naar werkplaatsen en het vervoer van ertsen. Verder zitten ze sterk in de Bosbouw. Het clanhoofd woont in Beldarc.
Clan Chevori bestond oorspronkelijk uit een familie van papiermakers. Met de opkomst van de middenstand werd ook papier belangrijker, de macht van de Chevori's is gebaseerd op op kennis van procede's en technieken, welke ze een absoluut monopolie op bepaalde pigmenten, chemicalien en papier geeft. De Chevori's hebben geleerd dat deze geheimen soms met geweld moeten worden verdedigd. Vooral tegen de Alstrams en de Galthings. Ze hebben hun hoofdkwartier in Lage Maling.
Clan Esau manipuleert de handel in slaven. Dit is niet altijd in het nadeel van de slaven zelf, want ze zorgen er ook voor dat slaven niet als vee worden behandelt, niet worden afgedankt etcetera. Dit kost geld, wat ze innen door "belasting" op te leggen aan individuele slavenhandelaren. Eigenlijk is dit een vorm van afpersing. De belasting wordt namelijk meer als je je niet aan hun regels houdt en als je het niet ophoest komen ze het wel halen. Clan Esau is niet de machtigste van de Clans, maar heeft geen conflicten met de rest omdat iedereen hun werk nuttig vindt. Hun hoofdkwartier is gevestigd in de stad Grendel.
Clan Ijkenbron is de enige van de clans welke niet duidelijk uit een bepaalde familie is ontstaan maar wel de grootste clan in de voormark. Op een bepaald moment merkte de oude gildes de opkomst van de clans en zagen zij hun macht verdwijnen. Een aantal oude gilde's sloegen daarop de handen ineen en maakten een eigen kusntmatige "familie" om de macht van de andere clans tegen te houden. Clan Ijkenbron is vrij ongericht en voornamelijk bezig om de leerlooiers, wevers, smeden, herbergiers en andere niet zo goed georganiseerde ambachtslieden te beschermen. De clan groeit nog ieder jaar en heeft zijn hoofdkwartier in Grendel.
Clan Monaster komt voort uit een aantal huurlingen, welke zich op het einde van de eerste trollenoorlog in Magon vestigden en ieder van de toenmalige koning een titel en landgoederen kregen toegewezen.. Oorspronkelijk bedoeld als een soort van organisatie om de plaatselijke bevolking er onder te houden zijn ze zich in de loop van de jaren steeds meer bezig gaan houden met de duistere kant van de samenleving: smokkel, prostitutie, afpersing, moord. Hun verhouding met de andere Clans is problematisch. Ze hebben duidelijke belangen in het koninkrijk Magon en spelen aan het hof een grote rol.
Clan Flori is een van de jongste clans. Oorspronkelijk niet uit de voormark afkomstig, houden ze zich bezig met handel tussen de continenten: specerijen, bijzondere stoffen en snuisterijen zijn hun domein. Ze zijn vrij klein en hebben voortdurend ruzie met de Meridian's, Alstrams en Monasters, maar het feit dat de "kernfamilie" van de Flori's nogal wat capabele magiers kent helpt hen zich te handhaven. De kernfamilie van de Flori's heeft zijn hoofdkwartier op een ander continent, hetgeen ze vrij immuun maakt voor al te grove bedreigingen.
Clan Lavran is kleinste van de clans en net als de Flori's niet afkomstig van de Voormark zelf. De Lavran's zijn financiers: zeer bedreven handelaars in schuldbekentenissen van de adel, de gildes en sommige andere clans. Ze hadden in het verleden het talent om precies die individuen geld te lenen die zeer succesvol werden. Hoofdkwartier van de Lavrans staat in de stad Golwerd. Men verwacht dat de clan spoedig door de anderen zal worden opgeslokt.
Clan Evidian is de armste van de clans en een voorbeeld wat er gebeurd als je als clan teveel vijanden krijgt. De Evidians waren keurmeesters voor wijn in Hirado, mogelijk geaakt door de samenwerking van een paar machtige boeren en instemming van de kant van de adel. Een eeuw geleden begonnen ze hun macht uit te breiden naar andere vormen van landbouw, weverijen, transport over land en slavenhandel. Een ruzie met de Meridian clan liep nog vrij aardig af, de clan besloot toen de positie van de Galthings aan te vallen door zelf mijnen in het westen van Lenoor in gebruik te nemen. Dit leidde tot een verbitterde strijd. Op een gegeven moment huurde de Galthings de medewerking van de Monasters in, de Evidians antwoordde met de medewerking van de Alstrams maar kwamen hun afspraken met deze groep niet na. De Alstrams zochten toen samenwerking met de Galthings, Monasters EN de Meridians. De plaatselijke adel vond toch al dat de Evidians een te grote mond kregen, dus deden ze niets. De Evidians werden vervolgens door vier clans tegelijk aangevallen, verdreven van hun voorouderlijk grondgebied en tot de bedelstaf gebracht. Het zijn nu niet meer dan keuterboeren met een trots verleden, waar bijna niemand zaken mee wil doen.