Het tijdperk van de Keizers
De keizers stammen af van de vermenging van twee vorstenhuizen waarvan de voorgeschiedenis teruggaat tot ver in het mythisch tijdperk: de mensenkoningen van Earin en de elfenkoningen van Indjadar. Koningin Sollenoor van de elfen was een algemeen geliefd en gerespecteerd vorstin. In de overlevering was ze bijna te goed om waar te zijn: intelligent, sympathiek, wijs en beeldschoon. Het feit dat ze van het verdwenen volk der withuiden (albinos) stamde zal aan haar engelachtige verschijning hebben bijgedragen. Koning Herman was de laatste nazaat van een lange lijn van mensenkoningen, welke hun afstamming terug kunnen voeren op de eerste mensen op het continent van Earin.
Eerste dynastie:
Solenoor -95 x Herman I -95
|
Rolf I -95 tot -44
|------------------+----------------|
Marcus I -44 tot -40 Jordechem I -40 tot 0 Klaus
|-------------------|
Hermann II 0 tot 8 Corim 12 tot 35
| |
(huis tannenberg) Rolf II 35 tot 65
|
Alfgar 65 tot 85
+-----------------------+---------------+--------+
Jordechem II 87 tot 112 Einar 85 tot 87 Marcus Dagmar
|-----------------+ |
Jordechem III 112 tot 132 Ragnild (Huis van Bruenar)
| |
Johann I 132 tot 137 Herman III 137 tot 164
| |
Johann II 164 tot 179 3e Dynastie
|
Johann III 179 tot 196
|
Marcus II 196 tot 200 x Helga
|
Jordechem IV 200 tot 240
+--------------------------------+------------+---------+----------+
Steiner 240 tot 252 en 263 Joachim 252 tot 253 Rolf 240 Erika Signis
| |
Johann V 252 tot 263 ?2e Dynastie
.......................................................................................
Drakenoorlog: 263 tot 291
.......................................................................................
Tweede dynastie:
Olaf I 291 tot 313
+----------------+----------+----------+---------+
Johann X 313 tot 320 Bremin Karlon Herman Ilse x Lodewijk van Dorath
| | | |
Johann XI 320 tot 340 Georg III(340 tot 351) Rolf IV (340 tot 351) (huis Doriath)
.......................................................................................
.......................................................................................
Derde Dynastie
+------------------------------+
Olaf II 351 tot 356 Eleonora
+----------------------------------| |
Merope Georg IV 356 tot 371 x Margarethe Karol
| | |
Johann XII 371 tot 393 Huis Iseldoorn Veridian
|------+--------+-----------+-------+------+ | |
Steiner Herman IV 393 tot 396 Elsa Joachim | Siegfried
| | | |
Lodewijk 396 tot 399 (Huis Strager) | Georg V 399 tot 416
Rolf IV 416-42 |
| Salume
Rolf V 442-454 |
Erwin 454-489
Koning Herman was de eerste koning sinds lange tijd die over een verenigd Earin regeerde. Hij werd opgevoed door de Heilige Ragnild, die twintig jaart als regentes haar best deed de verscheurde delen van Earin bij elkaar te brengen. Men zegt dat de ontmoeting van Herman en Sollenoor liefde op het eerste gezicht was en dat hun liefde hun twee volkeren bij elkaar bracht. Groot was de ontsteltenis toen het tweetal in het jaar 95 voor de jaartelling bij een lafhartige moordaanslag om het leven kwam. Ze lieten een rouwend rijk achter, en een 4-jarig zoontje. Ragnild was een gebroken vrouw na het verlies van haar vriendin Sollenoor en haar pupil Herman en verdween al snel naar de achtergrond. Tal van wijze adviseurs bemoeiden zich met de opvoeding van de jonge wees en de jongen groeide op in weelde en liefde. Men fluistert dat deze adviseurs het niet erg vonden dat Ragnild naar de achtergrond verdween.
Toen het zoontje een volwassen man was geworden werd hij onder de naam Rolf de eerste koning van Earin en Payaquin. De jonge koning bleef zijn hele leven verwoed op zoek naar de moordenaars van zijn ouders. In de loop van de jaren begon hij steeds meer het latere slavenvolk dfe schuld van alle ellende te geven, maar misschien kreeg hij ook teveel verkeerd advies van hoge Eariaanse nobelen die de integratie tussen de volkeren maar niets vonden. De afkeer van het slavenvolk verwerd tot haat en een groot deel van zijn regeerperiode hield Rolf zich bezig met het onderdrukken van het slavenvolk. Dit leidde onherroepelijk tot een burgeroorlog welke in het jaar 72 voor de jaartelling door de koning gewonnen werd. De leiders van het slavenvolk werden op de markt in Halle onthoofd en het duurde tot na de slavenoorlog tot het slavenvolk iets van zijn vrijheid zou herwinnen. Niet tevreden met het straffen van het volk van zijn moeder nam hij het op zich de zeeheren te straffen. Deze inspanning eindigde echter in een ernstige nederlaag. Hierop keerden de vrije steden in het noordwesten zich tegen de koning. Deze steden voelden zich etnisch verwant met het slavenvolk en behoorden -formeel- bij het rijk van zijn moeder. Rolf de eerste stond niet bekend als een aardig heerschap. Hij nam zich een vrouw uit het noordvolk die hem drie zonen en een dochter baarde. Rolf stierf in 44 voor het begin van de jaartelling als een vroeg oud en verbitterd man.
Rolf de eerste werd opgevolgd door zijn oudste zoon, Marcus. Zijn regering verliep onder een ongunstig gesternte, want vier jaar na zijn troonsbestijging vond hij de dood bij een veldslag bij Nemesh in het oosten. Zijn vrouw was op dat moment zwanger van hem maar baarde later een dochter, een reden waarom de verzamelde nobelen uiteindelijk zijn jongere broer Jordechem tot koning lieten kronen. Jordechem zette het beleid van zijn vader voort. Onder zijn bewind werden de mensen van het slavenvolk systematisch onderdrukt en het grootste deel van zijn lange regering voerde hij oorlog tegen de zelfstandige steden en opstandelingen ten noorden van de grote bergpas. Jordechem is de geschiedenis ingegaan als de slavenpletter. Toch deed hij ook veel goede dingen voor het land. Toen hij aftrad ten gunste van zijn enige zoon Herman kende het rijk vrede en hadden haar bewoners genoeg te eten, en volgens veel mensen is dat toch een maatstaf voor een goed beleid.
Herman II de grote was de eerste keizer. De verhalen over hem schilderen een zachtmoedig en populair persoon, die in veel opzichten op zijn naamgenoot Herman de goede leek. Tijdens zijn troonsbestijging werd voor het eerst de term keizer gebruikt en na zijn dood nam men dit punt als een begin van een nieuwe jaartelling. Herman deed veel aan het verzoenen van de verschillende volkeren onder zijn regering. Hij kwam om toen in het jaar 8 zijn reisgezelschap door een grote, rode draak overvallen werd. Zijn dood kwam als een donderslag bij heldere hemel. Hij liet slechts een jong dochtertje na en onenigheid over zijn opvolging verdeelde het land. In deze tijd woedde er een tweede slavenoorlog, want de slaven steunden massaal de ene kandidaat en de adel massaal de andere. Uiteindelijk kwam Corim de weifelaar aan het bewind, een kandidaat die zowel voor de adel, de kerk als de burgerij aanvaardbaar was.
Keizer Corim de weifelaar was een kleinzoon van Rolf de eerste. Hij werd uiteindelijk in het jaar 12 als keizer erkend. Hij verdiende hij bijnaam aan het feit dat hij weinig deed, en waar hij wel wat deed nam hij vaak tegenstrijdige beslissingen. Het gebied ten noorden van de bergpas ging bijna verloren, in de schaduw van de draken kwamen de orks, aardmannen en trollen op en Corim deed er eigenlijk vrij weinig aan.Desalniettemin kende het grootste deel van het rijk welvaart en bleken de vrije steden in het oosten trouw an het keizerrijk. Tijdens zijn regering groeide de macht van de kerk. Corim deed in het jaar 35 afstand van de troon en werd opgevolgd door zijn zoon Rolf.
Keizer Rolf de tweede was een vrij grijs persoon welke overheerst werd door zijn adviseurs. Hij regeerde van het jaar 35 tot het jaat 65. De toestand rond de draken werd verergerd door een opstand in de oostelijke steden en Rolf de tweede bouwde een vloot om de macht van de zeeheren in dit gebied te breken. In het jaar 42 werd deze vloot echter door de zeeheren verwoest en de regering van Rolf stagneerde darna volkomen. Op het eind van zijn lange regering werd de feitelijke macht over het land al uitgeoefend door zijn zoon Alfgar.
Alfgar "de moedige" was in vele opzichten het tegendeel van zijn vader. Hij is bekend geworden als de doder van de grote draak Marthuum, hetzelfde monster dat in het jaar 8 de eerste keizer doodde. Alfgar was knap, zwaar gebouwd en een uitstekend krijger. Alfgar leidde een flamboyant leven, had in ieder kasteel we een liefje en liet naast 5 kinderen nog een uitgebreide schare bastaards na. Hij had een hekel aan magiers en vaardigde een edict uit waarin hij magie verbood, met uitzondering van de schaarse magiers van het magiersconclaaf in Payaquin. Hij regeerde van 65 tot zijn dood in het jaar 85, maar in de praktijk beheerde hij vanaf het jaar 42 al de kroon voor zijn vader. Alfgars officiele echtgenote Irmgard schijnt de werkelijke sturende hand achter zijn succesvolle regering te zijn geweest. Er gaan verhalen dat ze een magier was. De twee echtelieden hadden geen beste relatie, hetgeen zeker een rol speelde toen Alfgar zijn jongste zoon Einar koos om hem op te volgen, hierbij de wensen van zijn echtgenote negerend.
Einar "de dwaas" was verzot op schepen. Zijn regering duurde maar kort. Zijn vader liet een land zonder vijanden na, alleen de zeeheren op hun veilige eiland trokken zich niets aan van de keizerlijke edicten. Einar besloot het inlijven van de zeeheren tot zijn levenswerk te maken. Dat leven nam een einde toen hij twee jaar na zijn troonsbestijging in een zeeslag tegen de zeeheren om het leven kwam. Hij werd toen alsnog opgevolgd door zijn oudere broer Jordechem.
Jordechem II "de maker" maakte het zichzelf niet al te moeilijk, sloot vrede met de zeeheren en bevorderde de handel en de nijverheid in heel het rijk. Hij trouwde met de bruid welke zijn moeder voor hem uitgezocht had en regeerde vrij onopvallend tot het jaar 112. Hij werd weer opgevolgd door zijn zoon die zich naar zijn vader Jordechem noemde.
Jordechem III " de bestender" regeerde 20 jaar van het jaar 112 tot het jaar 132. Hij is bekend geworden door de vele wetboeken die onder zijn regering verschenen. Het land beleefde een periode van rust en vrede en de bevolking nam langzaam toe. De oude steden begonnen hun industriele revolutie.
Johann I "de Rode" regeerde slechts vijf jaar, tot 137. Hij was een wijze die veel meer van de studie van de natuur dan van het besturen van het keizerrijk hield. Hij deed uit vrije wil afstand van de troon en stierf in het jaar 179 als adviseur van zijn achterneef.
Herman III "Goudhand" regeerde van 137 tot 164. Hij werd door zijn oom Johann uitgekozen om hem op te volgen. Hermann bleek een goede keus. Onder zijn regering werden de eerste spoorwegen aangelegd en steeg de welvaart van het rijk tot nieuwe hoogte. Hermann Goudhand liet de oude hoofdstad Halle herbouwen van een ingedommeld provinciestadje tot een waardige verblijfplaats van een groot koning.
Johann II "eendagskoning" regeerde feitelijk slechts twee weken. Hij raakte onwel na het drinken van een paar glazen koel water, waarna hij een beroerte kreeg die hem tot zijn overleiden in 179 aan het bed bond. Zijn oudoom Johann I nam voor hem waar en zorgde voor de opvoeding van zijn zonen. Na zijn dood werd hij opgevolgd door
Johann III "de wijze". Deze keizer reisde veel rond in het land en bouwde overal kanalen, bruggen en spoorwegen. Hij was verantwoordelijk voor een goed stuk wetgeving en haalde veel van de scherpste kantjes van de slavenwetgeving. Hij pacificeerde de gehele oostkust en de gebieden in de chaoslanden.tot aan het oude woud. Tijdens zijn regering won de hofhouding van de keizer in Halle aan macht. Veel van de regels en gebruiken die nu de hofhouding nog steeds besturen zijn van hem afkomstig. Johann III regeerde tot het jaar 196 en werd opgevolgd door zijn zoon Marcus
Marcus II "de ongelukkige" regeerde maar vier jaar en kwam om het leven bij een nooit helemaal opgehelderd spoorwegongeluk. Zijn verdienste waren niet groot, maar hij deed veel voor het zuiden van het rijk en bracht de woestijnstad Avarantes voor het eerst onder de regering van de Keizers. Zijn enige kind volgde hem in naam op maar in werkelijkheid voerde zijn vrouw Helga het bewind.
Jordechem IV "het kind". Opgegroeid als een verwend kind zonder vader bleef hij zijn hele leven aan het hof in Halle. Tot aan haar dood in 231 stond hij in de schaduw van zijn moeder Helga die alle beslissingen voor hem nam, inclusief de keuze van een vrouw. Hij was duidelijk een van de minder geslaagde telgen van zijn lijn, maar toch staat zijn regering bekend als het zenith van het oude keizerrijk. Na de dood van zijn moeder gooide hij al zijn remmen los. Hij had drie erkende zonen. De keizer maakte de opvolging bijzonder moeilijk toen hij op zijn sterfbed in het jaar 240 zijn oudste zoon Steiner onterfde ten gunste van zijn jongste zoon Rolf.
Rolf III "Schijnkoning": regeerde slechts twee maanden, en slechts over de stad Halle. Hij werd na een bloedeloze revolutie afgezet door zijn oudste broer Steiner en de middelste broer Joachim, met steun van twee van zijn zusters welke met machtige nobelen getrouwd waren.
Steiner "bloedkoning" was echter niet bepaald de beste kandidaat voor de troon. Hij had wel degelijk capaciteiten maar wantrouwde de mensen die hem aan de macht geholpen hadden. Broer Joachim ontvluchtte het hof en bleef tien jaar lang rondzwerven over het rijk, maar aan het hof ontstond een strijd tussen zijn verwanten. Deze leek beslist toen in 250 Steiner zijn broer Rolf in een schijnproces liet veroordelen en executeren. Volgens de overlevering probeerde Steiner daarna ook zijn zusters en Joachim uit te schakelen, maar dit liep slecht voor hem af. Joachim had veel vrienden in het leger en wist met hun steun in 252 Steiner af te zetten. Joachim had nooit enige belangstelling en plaatste zijn celebrale neef Johann op de troon, een zoon van zijn oudste zus. Met zijn troonsbestijging in 253 eindigt de eerste successieoorlog. Sommige rekenen Joachim tot de regerende keizers, in ieder geval deed zijn neef dat.
Johann V "de ongelukkige" noemde zich de vijfde heerser met die naam ter ere van zijn oom Joachim. Johann V was capabel, maar had eigenlijk nooit keizer willen worden en had pech tijdens zijn regering de grote opstand van de trollen plaats vond, welke uiteindelijk zou uitmonden in de grote Drakenoorlog. Johann had de pech dat zijn voorganger en tegenstander Steiner wist te ontsnappen en voortdurend buiten zijn macht tegen hem bleef ageren. Waar voorheen de strubbelingen beperkt bleven tot kleine confrontaties in de hoofdstad werd nu een groot deel van het rijk bij het conflict betrokken. In 259 ontstond er een lokale opstand onder wat trollen in wat nu de trollenlanden zijn. Door historici wordt dit aangemerkt als het begin van de drakenoorlog. Johann V kwam om het leven toen hij in 263 aan het hoofd van zijn leger verrast werd door een enorme horde trollen en draken. Deze nederlaag was zo ongeloofwaardig en schokkend dat het hele rijk erdoor verdoofd raakte.
Johann V had geen kinderen. Na zijn plotselinge dood was er geen duidelijke opvolger meer. Steiner roerde zich nog even, maar hij werd er van beschuldigd Johann verraden te hebben en kreeg weinig aanhang. Joachim overleed vrij kort na de dood van zijn pupil, en de overige telgen van het keizerlijk huis konden het onderling niet eens worden over een geschikte kandidaat. Het jaar 265 wordt het jaar van de 1000 keizers genoemd. Geen van de kandidaten kreeg genoeg steun en dus kwam de enige leiding van het hof. Het hof vond het allemaal wel best: zonder een sterke leiding aan het roer leken zij veel macht te hebben. Het verloop van de drakenoorlog wordt elders beschreven. Op het eind van die oorlog kreeg Olaf de eerste de kroon aangeboden. Aangezien zijn afstamming van de keizerlijke lijn niet helemaal erkend wordt betekent dit een breuk met het verleden betekende heeft men het bij hem over een nieuwe dynastie.
Olaf de eerste "de grote" betrad de keizerlijke troon na een interregnum van 26 jaar. Het land was verscheurd door onderlinge strijd en later strijd tegen de trollen. De buitengebieden en Avarantes waren het keizerrijk afgevallen en de trollen hielden grote gebieden tot in het hart van het rijk bezet. Olaf steunde sterk op steun van de kerk en de oude steden en bleef tot zijn dood in 313 bezig met oorlogen tegen de trollen, de piraten en het afvallige Avarantes. In ieder geval herstelde hij wat van de grenzen, maar het keizerrijk waarover hij regeerde was niet meer het schitterende rijk van Jordechem IV. Het telde maar de helft van het oppervlak en inwonertal. Tijdens zijn regering verschenen de eerste "vrije" magiers en ontstond er een beweging voor een grotere vrijheid van godsdienst.
Johann X "de gerechte" volgde Olaf I op. (Johann VI t/m IX waren verschillende keizers in het jaar 265). Zijn regering werd gedomineerd door herstel en godsdiensttwisten. Tijdens zijn regering trad de profeet Rovendi op en ontstond er een bevrijdingsbeweging onder het slavenvolk. Door een strenge maar rechtvaardige regering wist de keizer de scherpe kantjes van de onderdrukking van het slavenvolk af te halen maar hij veranderde niets aan de oorzaak van alle problemen. Veel van zijn energie ging verloren aan het herstellen van de grenzen en de opbouw van het keizerlijk leger.
Johann XI "de vrome" zette het beleid van zijn vader voort en joeg de trollen voor het eerst sinds 260 over de Mordach naar de chaoslanden en sloot een belangrijk verdrag met de prinsen van Ondar in het noorden. Hij bemoeide zich actief met de theologische twistpunten van zijn tijd. Zijn drama was dat hij weinig kon doen aan de grote problemen van zijn tijd: het keizerrijk was nog niet sterk genoeg om zijn oude grenzen in het oosten te herroveren. Hij stierf zonder kinderen. Na zijn dood in het jaar 340 laaide de opvolgingsoorlog tussen de verschillende takken van de keizerlijke familie weer op. In het verleden speelde de kerk een belangrijke rol bij het verenigen van het land maar dit keer weigerde zij de meest voor de hand liggende kandidaat te steunen omdat deze persoon in hun ogen een ketter was. Hierdoor zagen allerlei andere individuen hun kans. Na een chaotische periode viel het rijk uiteen in vier stukken: het westen dat trouw bleef aan de Ware kerk onder een "officiele" keizer, het oosten waar een tegen-keizer aan de macht kwam, het noorden dat uiteenviel en het zuiden, dat probeerde buiten de oorlog te blijven.
Keizer Rolf IV "de lankmoedige" regeerde in naam van 340 tot 351 over Halle en het westen. Hij was een neef van Johann XI. In het jaar 342 riep in het oosten Keizer Georg III (Georg I en II waren koningen van het oude koninkrijk Earin) zichzelf tot keizer uit. Al snel werden zij de enige kandidaten voor de troon. Hun oorlog was een godsdienstoorlog, want Georg hing de leer van de getuigen aan en Rolf bleef trouw aan de oude kerk. Het grootste deel van het volk en de adel was op de hand van Rolf, maar Georg was een betere veldheer. Bovendien had hij de steun van de steden Ozan en Nemesh in het noordoosten. Rolf voerde een economische oorlogvoering die bijna succes had. Zoals de meeste burgeroorlogen was ook deze oorlog vuil, fel en extreem bloederig. Georg III werd steeds meer in het nauw gedreven, maar op het eind van de strijd trok Georg verrassend op naar Nieuw Jerusalem en legde deze stad in de as. Rolf IV werd verslagen in een veldslag voor de muren van deze stad en zowel hij als de toenmalige rebellerdende Paus verloren het leven. Georg III overleefde zijn medekeizer drie dagen.
Keizer Olaf II was niet meer dan een verre verwant van de keizers, een afstammeling van een zuster van Steiner "Bloedkoning". Met hem start de derde dynastie. Hij was trouw aan de Ware kerk maar niet al te fanatiek, en was een acceptabele kandidaat voor de nobelen. Zijn korte regering zag de kerk in macht achteruitgaan, maar de magiers van het magiersconclaaf in kracht en aantal winnen. Bruenar had zich in 349 zelfstandig verklaard, een gebaar dat ook in het noorden door veel nobelen werd nagevolgd. Olaf besteed veel tijd aan het herstel van het rijk, maar de vrije steden in het noordwesten en Bruenar bleven buiten zijn greep. In het noorden wist hij de eenheid te herstellen, maar dit ging niet zonder oorlog. Olaf gaf Suaragh bepaalde rechten en wist met behulp van Suaragh en enkele loyale nobelen de rest van het noorden weer bij het rijk te voegen. Over de grenzen van het noorden waren de trollen sterk geworden, een probleem dat hij tijdens zijn leven niet wist te verhelpen. Hij werd opgevolgd door zijn enigste zoon.
Georg IV was een buitengewoon persoon. Hij was wreed en hard, maar ook een van de meest succesvolle keizers van zijn tijd. Men fluistert dat hij heimelijk aan magie deed en eigenlijk een pion van het magiersgilde was. Hij was een groot veldheer, maar zijn manier van oorlog voeren was er een zonder genade en de burgerbevolking van de gebieden waar hij doorheen trok werd vreselijk uitgeperst. Hij riep al zijn legers van de grenzen terug, verzamelde ze onder zijn eigen bevel, trok op naar de hoofdstad van de trollen en legde deze in as. De omgeving was te geschokt om te reageren. Tot ieders stomme verbazing buitte hij zijn overwinning niet uit maar verliet hij de trollenlanden vrijwel onmiddellijk. Ozan en Nemesh kwamen daarna aan de beurt en in 363 werden de laatste steunpunten van de vlootheren van het vasteland af geveegd. Toen keerde hij zich tegen Bruenar in het zuiden. Hier rekende hij echter buiten de sentimenten van zijn ondergeschikten. Bruenar verweerde zich fel, en bij Eikenbron weigerde zijn leger massaal verder te trekken. De veldtochten tegen de zeeheren en de trollen waren gericht tegen "buitenlanders", maar men beschouwde Bruenar niet als buitenland. Na onderhandelingen erkende Georg tenslotte in 364 de zelfstandigheid van Bruenar. Hierna deed Georg weinig meer. Hij besteedse de rest van zijn regering aan magierszaken en stierf in 371, maar 41 jaar oud. Hij verwekte bij een freule uit het oude land een zoon, maar erkende hem nooit door een huwelijk.
Johann XII "de onnozele" werd min-of-meer per ongeluk keizer. Hij was de oudste zoon van de oudste zus van Georg IV en bezat weinig karakter. Hij was het grootste deel van zijn carriere bezig met het vrolijke hofleven, nam zichzelf vier vrouwen (waarvan er drie op beschuldiging van verraad op het schavot kwamen). Hij loste geen enkel probleem op en al voor zijn dood wedijverden zijn kinderen openlijk over zijn opvolging. Johann was zeer beinvloedbaar en stierf waarschijnlijk aan een moordaanslag door de Zeeheren. In 392 waren er korte tijd drie keizers en zelfs een keizerrin. Maar na een korte felle strijd welke voornamelijk in Halle uitgevochten werd doodde tweede zoon Herman alle andere pretendenten.
In 393 werd Herman tot keizer Herman IV gekroond. In de overlevering wordt hij "de broedermoordenaar" genoemd, want een groot deel van zijn tijd was hij bezig met het vermoorden en vervolgen van zijn vele broers en zusters en hun nakomelingen. Hij leidde een expeditie tegen de zeeheren die aanvankelijk erg succesvol verliep. Maar in 396 kwam hij om bij een veldslag op het eiland Yorda en na hem ondernamen zijn opvolgers geen pogingen meer in die richting. Herman had slechts een zoon.
Keizer Lodewijk de eerste had niet bijzonder veel talent. Het eerste jaar van zijn bewind had hij de steun van Julius III, een Paus met een sterke persoonlijkheid. Maar toen deze bij een proces om het leven kwam liet hij zich leiden door zijn hofhouding. Zijn vader had hem veel vijanden nagelaten en de dood van Lodewijk in 399 wordt dan ook toegewezen aan een van hen. Toch kwam zijn dood voor de hofhouding als een totale verrassing.
Georg V "soldatenkeizer" stamt af van een jongere zuster van Olaf II. Zijn troonsbestijging was niets minder dan een verkapte staatsgreep, want hij passeerde alle nakomelingen van Johann XII. Waar iedere kandidaat zich rustig opmaakte voor een frisse opvolgingsoorlog stripte Georg V de noordelijke garnizoenen van hun regimenten, trok met het spoor binnen een week naar de hoofdstad en nam al zijn concurrenten in een korte en eenzijdige schermutseling gevangen. Hij was weer op tijd terug in het noorden om te verhinderen dat de trollen massaal zijn rijk binnen zouden trekken. Georg was een geliefd keizer, die veel gedaan heeft de grenzen van het rijk te versterken. Zijn grootste prestatie was de tijdelijke herrovering van Ozan en Nemesh.
Rolf V "de mazzelaar". De enige zoon van Georg V stierf voor zijn vader. Na zijn dood in 416 stonden er drie nobelen op die met elkaar steden om de troon. Uiteindelijk bleef met veel geluk de zwakste er van over. Hij besliste de oorlog doordat zijn sterkste rivaal door een draak werd opgevreten waarna de eerste luitenant van die sterkste rivaal zijn diensten aan Rolf aanbood. Rolf was jaren bezig geweest om zijn machtspositie te consolideren. Zijn aanspraak op de titel was niet onbetwist en uiteindelijk deed hij vrijwillig afstand van de troon ten gunste van zijn oudste zoon.
Rolf VI "de zwakke" volgde zijn vader op in het jaar 426 en regeerde tot 454. Zijn regering werd gedomineerd door zijn vrouw Salumee, een meesteres in intriges en machinaties achter de troon. Mede door het talent van Salumee ging het het keizerrijk goed in deze periode. Rolf VI had zelf geen nakomelingen. Uiteindelijk werd hij opgevolgd door een zoon van Salumee, door hem als zoon geadopteerd.
Erwin I "de eindiger". Hij kwam pas op hogere leeftijd op de troon en regeerde zelf tot het jaar 489. De meningen over hem zijn verdeeld, want hoewel hij misschien een van de grootst keizers was blek hij geobsedeerd door de wens ook de laatste te zijn. Erwin was een zeer zelfstandig en eigenzinnig heer, hij is vooral bekend geworden omdat hij de laatste keizer was en een groot deel van zijn regering er mee bezig was om ervoor te zorgen dat dat ook zou zou blijven. Een voor een dwong hij alle adelijke families alle aanspraken op de keizerlijke troon op te geven. Hij trouwde nooit en had geen nakomelingen. Hij versloeg alle vijanden van het rijk, inclusief de zeeheren, waardoor de mensen minstens twee generaties rust zouden hebben. Erwin stichtte de orde van de Witte Magiers.
Over de dood van Erwin bestaan verschillende verhalen, maar het meest waarschijnlijke verhaal is dat hij gewoon van ouderdom gestorven is. Andere versies zeggen dat hij door de engelen ter hemel gevoerd is, over zee gereisd is of ooit zal terug komen als zijn volk hem het hardst nodig heeft, enzovoorts.
Ondanks al zijn pogingen is Erwin er niet helemaal in geslaagd om het keizerrijk te laten verdwijnen. Het muntstelsel is nog steeds het kijzerlijke muntstelsel en de jaartelling telt nog altijd vanaf de troonsbestijging van de eerste keizer. Hoewel iedereen zijn plaatselijke dialect spreekt is de "algemene handelstaal" nog steeds het accent van het keizerlijke hof. Maar het duidelijkst is het keizerrijk achter gebleven in de harten van de mensen. In de tijd vna duisternis ziet men het keizerrijk als een verlicht periode van recht en orde. Ook al was de werkelijkheid anders, met alles wat er na de keizers verkeerd is gegaan lijkt het keizerrijk nog zo gek niet. Adellijke families kunnen nog steeds veel aanzien verwerven met het idee dat ze in rechte lijn van de keizers afstammen.