Het tijdperk van Duisternis
Het tijdperk van duisternis wordt zo genoemd omdat de mensen het vergelijken met het tijdperk van de magiers, toen de mensen veel meer macht hadden, het hele middenrijk door hen gedomineerd werd en de andere rassen op een afstand bleven.
De eerte reactie van de samenleving was er een van ongeloof. Maar dit maakte al snel plaats voor naakte agressie. Magiers waren rijk, machtig en achter een facade van hoffelijkheid niet erg populair. Ze domineerden de handel, met het wegvallen van hun macht duurde het niet lang tot de economie in elkaar stortte. Magiers welke nog wel konden toveren zonderden zich af, bang om zelf ook hun macht kwijt te raken. De rest stond bloot aan de naakte volkswoede, die blind alles kapot sloeg dat aan magie herinnerde. Men was algemeen van mening dat de goden de magiers verlaten hadden. De witte magiers werden hier net zo goed het slachtoffer van en werden door de vervolgingen effectief buiten de samenleving geplaatst. De Zwarte magiers deden het prima in deze omstandigheden: zij leefden toch al buiten de samenleving.
Door het instorten van de samenleving daalde de bevolking van het middenrijk met de helft. Pas na een halve eeuw kwam er iets van orde terug, toen de oude huizen van adel hun macht terugnamen. De vervolging van (voormalig) magiers kwam tot rust na het invoeren van een inquisitie voor het berechten van magiers. Deze organisatie werd gesteund door alle overlevende kleurmagiers en de meeste nobelen, omdat zij magiers die verdacht werden van misdaden een eerlijk proces konden geven. Geleidelijk aan ontwikkelde zich een nieuw evenwicht en werd de inquisitie nutteloos.
De overlevende magiers kwamen bij elkaar om er achter te komen water allemaal mis was gegaan, wat er aan te doen viel en op zijn minst te proberen met elkaar samen te werken. In het stadje Rasmallach werd een conclaaf gehouden tussen te leiders van de kleuren met het doel om onderlinge regels vast te stellen. Het conclaaf werd bijeengeroepen door een zekere Theodosius, de enige persoon die er ooit in is geslaagd meer dan een kleur te beheersen. De regels welke door hem zijn opgesteld werden door hem meegenomen in zijn graf. Ze zijn nog steeds onbekend, maar het is een feit dat sinds die tijd de kleuren onderling geen oorlogen meer hebben gekend (Wit en zwart waren niet uitgenodigd).
Het is onduidelijk of het tijdperk van duisternis nog steeds voortduurt. Naar de mening van de magiers wel, want de kleuren zijn nog geen schim van hun vroegere macht. Volgens de adel is het tijdperk van duisternis echter geeindigd. Zij wijzen op de opkomst van Karol van Doriath, een huurling uit de stad Doriath, welke een extreem succesvolle carriere doorliep, een groot stuk van het noordoosten van de middenlanden onder zijn regering wist te verenigen en voor het eerst in eeuwen weer een stuk orde in de chaos wist te brengen.
In die tijd begon een voortdurende volksverhuizing van humanoiden uit het oosten. Een geregeld leger van Hobgolbins liep een aantal grensbaronnen onder de voet en sloeg eht beleg voor de grote mensenstad Doriath. maar de toenmalige vorst had een uitstekend leger onder aanvoering van de huurlingkapitein Karol. Karol was een onaangenaam persoon, maar een zeer goede generaal. Hij wist de hobgoblins vernietigend te verslaan. Door zijn successen kreeg hij de steun van veel magiers, zelfstandige steden, handelaren en nobelen. Zijn dood in 1173 was het hoogtepunt van de macht van Doriath.