Geografie

Geschiedenis

Figuranten
en personages

Sessies

U.R.G.
adaptie

Cacus

Personage van Gerwin

Jager, met als trouwe volgeling de wolf Flem

Achtergrond

Cacus groeide op in het klein dorpje Merlinde ergens in het noorden van Earin, vlakbij de bergketen daar. Zijn jeugd was net als die van alle andere boerenkinderen: spelen, helpen op de boerderijen, feesten, winter, zomer etc. Als derde zoon zou hij waarschijnlijk toch geen land erven en mede vanwege zijn geringe kracht werd hij in de leer gedaan bij de plaatselijke leerlooier. Van hem leerde hij zowel over het binnenste van dieren als over het vangen van dieren zodat hun pels niet beschadigd werd.

Tijdens een bijzonder strenge winter redde hij zijn zusje van een groep wolven. Toen hij haar noodkreet hoorde, rende hij naar haar toe maar moest op een afstandje blijven staan. Hij kon niks anders toen dan van een toestandje toekijken en stilletjes smeken dat de wolven haar niks zouden doen. Op één of andere manier leek de leider van de wolven hem te begrijpen; die wolf keek Cacus een tijdje aan. Toen was er een hoop gekef en uiteindelijk verdwenen de wolven in het bos, Cacus achterlatend met emoties van 'beschermen-van-familie' en 'jagen-om-honger-te-stillen' die door zijn hoofd jaagden. Een aantal andere dorpsgenoten die ook op de noodkreet waren afgekomen, hadden dit vreemde gedrag gezien...

Niet lang daarna kwam Erle, een jager die eigenlijk specifiek achter deze groep wolven aanzat, in het dorp aan. Erle heeft nooit precies verteld waarom hij deze wolven achtervolgde. Cacus was nog een beetje bedust van zijn ervaring met de wolven. Daarom vroeg hij deze jager om hem te leren hoe wolven leven. Erle was bereid dat te doen en ondanks zijn duidelijke haat voor de wolven leerde hij Cacus het natuurlijke gedrag van de wolven. Maar al snel viel op dat er een groot verschil van mening was tussen de jager en Cacus. Voor Erle was de enige goede wolf een dode wolf, terwijl Cacus de wolven meer zag als een grote familie. Erle was echter de beste bron van kennis, dus Cacus bleef van hem leren.

Na zo'n incident, leeggevreten vallen en bedreigend gehuil in de nacht besloten de dorpelingen om de wolven te verdrijven. Er werd een grote drijfjacht georganiseerd met toortsen, lawaaimakers en de hele mikmak. Omdat het een drijfjacht was, werd iedereen ingezet. De meesten als drijvers, de meer ervaren jagers stonden verdeeld om eventuele uitvallen af te slaan.

Ook Cacus nam deel aan de jacht. En hij had het geluk/pech dat één van de wolven besloot om net op zijn groepje een uitval te doen. Erle wist de wolf te doden voordat hij de drijvers bereikte, maar die dood had een vreemd effect op Cacus. Op het moment dat de wolf dodelijke geraakt werd, explodeerde er iets in Cacus' hoofd. Vreemde emoties en waarnemingen dansten door zijn hoofd. 'Haat-voor-mensen', 'wil-niet-sterven' en 'PIJN'. Vreemde, vijandige geuren en een vreemd gezichtspunt. Cacus kon het niet langer hebben en viel bewusteloos.

Toen hij weer wakker werd, lag hij in zijn eigen bed. Zijn familie zat om hem heen bezorgd te wachten tot hij wakker werd. Ze waren erg blij dat hij weer wakker was, maar ze behandelden hem toch anders. Ze vertelden hem dat hij gillend en grommend als een wolf op de grond gevallen was. De wolven waren vertrokken met de noorderzon. Dat was nu zo'n twee dagen geleden. Het viel Cacus op dat zijn ouders nog steeds een beetje angstig naar hem keken. Toen hij er naar vroeg, liet zijn oudere broer hem zijn spiegelbeeld zien. In de kamer was het schemerdonker en het licht van het vuur deed zijn ogen schitteren.. met een compleet nieuwe kleur: geel.

Zo dicht bij de noordelijke bergen zijn de verhalen over de orks nog springlevend en Cacus' gedrag werd als zeer vreemd ervaren. En de verandering van zijn oogkleur was min-of-meer de druppel. De andere dorpelingen begonnen hem te wantrouwen. Al snel werd het Cacus duidelijk dat het voor hem zo goed als niet meer mogelijk was om in het dorp te blijven. Met veel verdriet in zijn hart nam hij afscheid van zijn familie en vertrok.

Erle vertrok ook, opnieuw achter de wolven aan. Cacus trok met hem op; zowel vanwege de veiligheid als omdat hij meer over wolven wilde leren. In de paar jaar daarna leerde Cacus de kunst van het overleven in de wildernis van Erle, het gedrag van de vele dieren en alle details die een jager moet weten. Maar hij kwam nooit te weten waarom Erle zo fel was in het, tja, het uitroeien van wolven.

Een paar jaar later in de herft vonden Erle en Cacus het spoor van een eenzame wolf die kennelijk een tijdje met een troep was opgetrokken maar kennelijk verstoten was. Het lukte Erle uiteindelijk om deze wolf te doden, onder protest van Cacus. Cacus merkte op dat het een uitgemergelt vrouwtje was en dacht zij waarschijnlijk nog ergens een nest met welpen had. Na enig zoeken kon hij het inderdaad vinden. Het verstoten vrouwtje had waarschijnlijk in haar eentje voor haar kinderen moeten zorgen; van de 7 oorspronkelijke welpen was er nog slechts één in leven.

Erle wilde het beestje doden, terwijl Cacus dat niet wilde toestaan. Het geheel liep uit op een vechtpartij. Uiteindelijk liet Erle Cacus en de wolf alleen, in de veronderstelling dat de twee het zonder zijn hulp toch niet zouden redden. Maar hij was een betere leraar en Cacus een betere leerling geweest en zowel Cacus als de jonge wolf overleefden.

Cacus en de jonge wolf die hij 'Flem' noemde, trokken samen verder. Flem accepteerde Cacus als de leider van zijn kleine troep. En als zodanig ontmoeten ze ook andere troepen wolven. Vaak werden ze voor korte tijd geaccepteerd en trokken ze een tijdje samen op, waarbij de wolven en Cacus van elkaars capaciteiten profiteerden. Op die manier leerde Cacus meer van het leven in en van het wild, terwijl Flem nooit tot een schoothondje verwerd en zijn wolveninstincten bewaarde.

Gedurende de tijd bij de wolven, leerde Cacus steeds meer ove zijn gave om met wolven om te gaan. Maar dat maakte hem ook nieuwsgierig naar waarom precies hij die gave had en niemand er verder ooit van gehoord had. Ook de wolven zelf hadden daar nooit van gehoord, behalve dan in de diepste van hun herinneringen. Cacus begon actief te zoeken naar verhalen e.d. over mogelijke mensen als hij.

Zo groeide Flem op tot een volwassen en stevige wolf. Omdat Cacus ook af en toe de bewoonde wereld opzocht was hij ook gewend aan mensen. Soms deden ze verkenningen voor edelen of werden ze ingehuurd als jagers. Een paar keer hebben zij een troep wolven 'verjacht' van dorpen. Langzaamaan begonnen Cacus en Flem langere tochten te maken op hun speurtocht naar de oorsprong van Cacus' gave.

Tijdens één van zijn tochten kwam hij in de stad Doriath, vlak voordat die werd belegerd en kon hij er niet meer uit. De manier waarop Flem zich verweerde, trok de aandacht van een handelaar die Cacus het voorstel deed om als extra bewaking te werken op zijn schip dat binnenkort vertrok. Een zeer aantrekkelijk voorstel...



Nadat de groep in Ravenach is aangekomen, werden zij betaald door Selinde. Cacus wachtte nog even met uitgeven totdat hij de stad heeft verkend en een beetje gevoel had gekregen voor wat hier speelt.

Tijdens één van zijn trips door de stad hoorde hij een gerucht over een 'beerman' ergens in de hooglanden achter Ravenach. Dat klonk hem in de oren alsof het iemand was die net als hij een 'link' met dieren heeft. Hij besloot om deze man te gaan zoeken in de hoop meer te leren over wat er nu precies met hem gebeurd was.

Na zijn uitrusting te hebben aangevuld, ging hij op pad. De speurtocht duurde erg lang, aangezien het meest om geruchten ging en het er op leek dat de beerman niet gevonden wilde worden. Uiteindelijk lukte het hem om met hulp van een aantal lokale wolven de man op te sporen.

Nadat het Cacus gelukt was om de man te vertellen waarom hij daar was, wilde de beerman hem wel helpen. Siger, zoals de man heet, had ongeveer hetzelfde meegemaakt. Zijn ouders hadden tijdens een storm geprobeerd een schuilplaats te zoeken in een grot, maar hadden daarbij de plaatselijke beer gewekt. De beer had Siger neergeslagen en zijn ouders waren gevlucht, denkend dat hij dood was. Hij overleefde echter en leefde daarna eigenlijk met de beer. Hij had nog wel een keer zijn ouders opgezocht en zij waren heel blij dat hij nog leefde. Maar Siger voelde zich inmiddels meer thuis in de bergen.

Siger wist ook niet precies wat er met hem en Cacus aan de hand is. Hij had een keer met een oude beer 'gesproken' die hem ongeveer het volgende vertelde:

Beer-voelt-bodem-voelt-lucht-voelt-water-voelt-kou-voelt-zon. Beer-voelt-beer. Beer-aardig-naar? Mens-doet-ijzer-ploegt-land-hakt-boom-voelt-niets. Beer-nietvoelt-mens. Mens-naar-nietbeer.
Elf-voelt-bodem-voelt-lucht-voelt-water-voelt-kou-voelt-zon. Beer-voelt-elf. Elf-aardig-nietbeer.
Bijzonder-mens-bodem-verandert-lucht-verandert-water-verandert-mens. Beer-voelt-bijzonder-mens. Beer-weetniet-aardig-naar?. Bijzonder-mens-alleen-soms-wolf-beer-vogel-rat.

Elf-alleen-vaak-wolf-beer-vogel-rat. Elf-alleen-soms-elf. Elf-alleen-Geestvanaarde-water-lucht.
GeestvanAarde-water-lucht-verandert-lucht verandert-water-verandert-Geest. Beer-Geest-Aardig. Geest-wolf-beer-vogel-rat.
Bijzonder-mens-beer-paren-bijzonder-geest-beer. Jong komt. Jong-bij-elf-jong-als-Geestvanaarde-water-lucht. Jong-bij-bijzonder-mens-als mens-meer-mens-nietweet-Geestvanaarde-water-lucht.
Jong-voelt-beer. Beer-voelt-jong. Beer-jong-aardig. Siger-beer-jong.
Siger-Cacus-aardig. Beer-Cacus-aardig. Cacus-wolf-jong.

Ondanks de weinige hulp die Siger kon bieden, bleven ze toch een tijdje bij elkaar. Cacus trainde in die tijd zijn kracht, terwijl Siger van Cacus stafvechten en overleven (bij)leerde. Na een paar weken namen ze afscheid en Cacus trok verder en na enige tijd kwam hij in een vallei aan. In deverte ligt hij een klein dorpje in wederopbouw met daarachter een toren...



* Omschrijving

Cacus is een man van rond de 24 jaar. Met zijn 65 kg en 1.65 m is hij van gemiddelde lengte voor een mens, maar een beetje lichter dan normaal. Een opvallend kenmerk zijn zijn gele pupillen, die op één of andere manier goed samengaan met zijn donkerblonde haar en door weer-en-wind gelooide/gebruinde huid. In het half-duister echter lijken ze wel te gloeien. Over zijn lichaam verspreid heeft hij enkele littekens; de meest prominente daarvan is een wolvenbeet op zijn linker bovenarm. Over het algemeen ziet hij er taai en 'gelooid' uit; niet veel vet, alsof hij het niet altijd breed heeft gehad en heeft geleerd om het maximale te doen met het minimale aan voedsel. Hij beweegt zich met diezelfde efficientie: ontspannen maar alert.

Normaliter draagt hij zijn eenvoudige jagerskleding en heeft hij een rugzak me de benodigdheden om te overlezen in de wildernis e.d. bij zich. Maar na de schipbreuk had hij eigenlijk alleen zijn bandolero met kleine, nuttig spulletjes over.

Flem
Een forse grijze wolf met een witte 'vlam' op het voorhoofd, net links vanhet midden. De wolf luistert eigenlijk altijd naar Cacus, maar heeft nog zeker zijn 'wolfse' trekjes en beschouwt Cacus en zichzelf als een eigen 'troep'. Vrienden van Cacus beschouwt hij na een tijdje eigenlijk ook als een lid van zijn troep, zolang die anderen zich ook als leden van een groep gedragen.

* Bezittingen
Mes (2x) 0.5 2 scherp, -2/-13, 3
Staf 4 1 plet, +1/-9, 3
Lange leren kap 1 3 0,2,6, D2
Leren vest 2 4 6-12, D2
Soepele handschoenen 0.5 3 3-4, D2
Stevige laarzen 2 4 14-15, D4
Bandolero
Basic natuurmedicijnen (ontsmettend, pijnstillend, koortswerend, opbouwend)
Dolk
Draad/koord voor vallen
Edelstenen ($ 500)
Flem
Naald en draad
Slijpsteen
Spiegeltje
Tondel
Verbanden
Vuurstenen
Waterzak