Wat gebeurde er voor de eerste sessie?

De mensenstad Doriath wordt belegerd en zal zich binnenkort over moeten geven. Het leger buiten de poorten bestaat uit een groep trollen, orks en mensen. Doriath is een havenstad, het zou mogelijk moeten zijn om de stad over zee te versterken, maar hulp blijft uit en de belegerden beginnen zenuwachtig te worden. Wie het kan betalen trekt weg.

Een van de rijkere handelaren van de stad besluit de benen te nemen. Hij laad veel van zijn rijkdommen op een van zijn schepen, huurt wat extra personeel in om de lading te beschermen en verlaat de stad voor het te laat is.

Jullie zijn het extra personeel. De handelaar betaald goed, bovendien lijkt het jullie wel een goed idee om niet rond te blijven hangen op het moment dat de stad valt.

Vlak voordat het schip de haven verlaat krijgt de handelaar bezoek van wat krijgers, die hem een aantal gevangenen en wat geheime lading meegeven. Er ontstaat een hele woordenwisseling, maar uiteindelijk aanvaardt de handelaar de lading.

Het schip verlaat de haven met als bestemming een stad die "Zamp" wordt genoemd. Jullie zijn hier nog nooit eerder geweest, maar het schijnt een grotere mensenstad ergens in het midden van een moeras te zijn. Jullie komen echter nooit in Zamp aan.

Halverwege wordt het schip overvallen door een tweetal piratenschepen. Jullie schip is log en kan de piraten niet ontlopen, maar de entering verloopt niet zoals de piraten hoopten. De handelaar zet vlak voor de entering een paar vaten op de reling en kiepert deze overboord op het dek van een van de lager gelegen piratenschepen. De vaten bevatten een soort makkelijk ontvlambare vloeistof, welke door een fakkel van de handelaar wordt aangestoken. De piraten nog aan boord van dat ene schip weten zich alleen te redden door snel overboord te springen, de rest wordt door jullie over de kling gejaagd. Het andere piratenschip neemt vervolgens de tijd om de drenkelingen op te pikken, waarvan jullie gebruik maken om de benen te nemen.

Jullie bescherming is voldoende om de rest van de piraten weer terug te jagen, maar er vallen wel wat gewonden.

Een dag laten komen jullie -nog steeds achtervolgd door het tweede piratenschip- in een storm terecht. Het schip verliest zijn hoofdmast en raakt onbestuurbaar. Jullie lopen ergens op een stapel klippen en weten met moeite het vege lijf te redden.

De dag na de storm nemen jullie de schade op: jullie zijn gestrand op iets wat waarschijnlijk een eiland is. Het schip is aan stukken geslagen, de lading ligt verspreid over enkele honderden meters strand. Veel van de lading is nog te gebruiken en de handelaar besluit om en kampement op te bouwen. Uit wat bomen, planken en zeildoek wordt een voorlopig kampement opgebouwd.

Voorlopig hebben jullie een dak. Er is voldoende te drinken en voldoende bandhout. De drenkelingen beginnen al plannen te maken voor een vlot met een zeil om van het eiland af te komen, maar jullie komen er achter dat er geen voedsel meer is. De voorraad aan boord van het schip is geheel verloren gegaan, er is geen fruit, eetbare wortels, vis, vogels, konijntjes of iets anders te vinden.

De drenkelingen besluiten een expeditie uit te sturen om te kijken of er misschien eten te vinden is. Het is logisch om niet iedereen te sturen (er zijn per slot van rekening ook nog piraten in de buurt) maar een gevarieerde groep die wel wat kan.

Jullie dus.