De eerste sessie

De groep besluit te splitsen en naar het noorden op te trekken. Al snel komen de twee delen van de groep elkaar tegen in de buurt van een klein zoetwatermeertje. Het valt op dat er nergens vruchten, dieren of vis te vinden is.

Het eiland

a: plaats van de schipbreuk
b: zoet watermeertje
c: door begroeing overwoekerd pad
d: opvallende grote boom met uitkijkplatform
e: gang naar rattencomplex
f: top van het eiland met ondergrondse gangen
g: landingsplaats met verlaten kampement

Het eiland meet ongeveer 4 bij 7 km


Verder naar het noorden vond de weer verenigde groep een overwoekerd pad. Het is niet goed mogeljk om te zien waar het pad vandaan komt en waar het naar toe gaat, maar het zou wel eens tussen het meertje en de top van het eiland kunnen liggen.

De groep trekt verder naar het noorden, naar de top van het eiland. Aan de westkant zien ze een opvallende, grote boom. Aangekomen op de top van het eiland vinden ze een aarden wal, duidelijk te regelmatig om natuurlijk te zijn. Aan de andere kant van de wal vinden ze een verlaten gangenstelsel:

a: centrale kamer met patroon met vier "gaten"
b: kapot geslagen stenen deuren
c: kapot geslagen standbeeld
d: intact standbeeld
e: intacte en gesloten stenen deur

De heuvel heeft een doorsnede van 400 meter


Delen van het gangenstelsel zijn vernield, maar de meest opvallende plaats is de centrale kamer. Hier staat een ingewikkeld patroon op de grond getekend. Er zijn vier plaatsen in de vier hoeken waar in het verleden een soort bol voorwerp met 20 cm doorsnede heeft moeten zitten, maar nu zijn ze leeg. Vereder staan er in drie alkoven standbeelden van 4 meter hoog van mannen met een uitgestrekte en afwerende hand. Het hele complex ziet er uit alsof er al eeuwen niemand meer geweest is.

Even buiten het eerste complex ontdekt de groep en pad wat zo te zien wat vaker gebruikt wordt. Het pad leidt naar een kruising, waar sporen van een recent kampement zijn te zien. De kust in het noorden heeft een vrij vlak strand, dus is het hier mogelijk goed aan land te komen. De weg vervolgt naar het westen, maak een bocht om een overwoekerd valleitje heen en eindigt bij een grote steen. Na enig onderzoek blijkt die steen een schacht naar beneden af te sluiten.

a: uitgang van de schacht
b: kamer met overzicht over vallei
c: tribune ????

De schacht is aan de bovenzijde voorzien van een tekening in de vorm van een mond. 10 meter lager komt de schacht uit in een leeg vertrek. Vanaf dit vertrek gaat een gang naar het noorden. Halverwege die gang gaat een grote trap naar boven en naar beneden. het deel naar boven is ingestort (later onderzoek aan het oppervlakte zal bevestigen dat dit deel vroeger doorliep tot aan het oppervlak. De trap naar beneden komt uit op een soort van overwoekerde tribune, die aan weerskanten van de vallei om een soort van sportveldje heen gebouwd schijnt te zijn. Het is onduidelijke wat voor sport hier beoefend werd, want het veldje is al eeuwen lang niet meer gebruikt. Hier en daar zijn nog wat vage restanten van constructies op het veld zichtbaar, maar als je er vanaf een wat grotere afstand naar toe kijkt heb je niet door dat dit ooit iets anders dan een overwoekerde vallei was.

In het noorden is een volgend vertrek, leeg op een paar oude vaten na. In een van deze vaten zit azijn. Een vertrek ten oosten hiervan diet er uit als een soort "commentatorpositie". het heeft een schitterend uitzicht over de tribune. In dit vertrek liggen twee afgelkoven skeletten van mensen. Een vluchtig onderzoek laat zien dat de skeletten niet bijzonder oud zijn. In de hoek van dit vertrek gaat een trap verder naar beneden.
a: uitgang van de schacht
b: altaar en pentagram
c: vaten met was en azijn
d: aangevreten lichaam
e: twee aangevreten lichamen
f: aangevreten lichaam

De ruimte hieronder stinkt naar rottend vlees. De groep ziet een twaalftal grote ratten los schuieren en vindt naar enige tijd zoeken een altaar en een viertal aangeevreten lichamen, welke op een of andere afschuwelijke en vreemde manier nog blijken te leven. De lichamen lijken langzaam door de twaalf ratten te worden opgevroten. Het altaar lijkt te zijn bedoelt voor een of andere kwaadaardige godsdienst, waarschijnlijk die van Gumm-Yarck, de god van de vraatzucht.

De groep vermoedt het bestaan van een negende vertrek op deze vloer, inderdaat blijken er dichtgemetselde gangen te bestaan, maar na enig nadenken besluit de groep deze voorlopig te laten voor wat ze zijn.
Teruggekomen in het kampement brengt de groep verslag uit. Er onstaat een hele woordewisseling over wat men nu het beste kan doen: een vlot uitzenden om hulp te halen of te wachten tot het moemnt dat iedereen mee kan. Sommige drenkelingen zijn het niet helemaal eens en vinden dat men de gevangenen net zo goed achter kan laten. De meerderheid beslist tenslotte dat men zal wachten tot dat er plaats voor iedereen is.

Een woordenwisseling tussen Rangar en de Heks leidt tot een handgemeen, waarin de Heks een blauw oog op loopt. De groep besluit een waarnemingspost ind e hoge boom op te richten.

Voor dat de groep tot verdere besluiten kan komen bemerkt de groep dat er twee schepen op de noordkust zijn geland, vol met leden van een of andere sekte. De groep is bang dat ze worden ontdekt en besluit bij de kampplaats in het noorden een hinderlaag te leggen voor dat de sekteleden de kans krijgen om verder aan land te komen.

Er zal gevochten moeten worden.

Door jullie dus....