Het verdwijnen van de witte magiers
De Witte magiers maakten sinds ongeveer het jaar 700 een vast deel uit van het spectrum van de magiers dat op Earin rondliep. Met alle verschuivingen aan de horizon, bemoeienissen van andere magiers en de mysterieuze afkomst van Selinde gaat de groep op zoek naar meer informatie over de witte magiers en hun mysterieuze verdwijning. Een goede bron van informatie is Dolf de priester, andere bronnen zijn te vinden in de magiersacademie in Ravenach (toegankelijk voor Jean Jaques) en het geruchtencircuit. Het onderstaande is niet allemaal in overeenstemming met elkaar en niet allemaal waar:
- Het staat niet onomstotelijk vast dat er geen witte magiers meer zijn, alleen heeft niemand de afgelopen 20 jaar meer wat van hen gehoord. In de landen waar Dolf vandaan komt hebben de witte magiers nooit enige bemoeienis of aanhang gehad, maar het kan zijn dat een enkele witte magier de ramp ontsprongen is en zich nog ergens verborgen houdt, of buiten de grenzen van de mensenbeschaving weet te overleven.
- In het westen gaat een oud verhaal rond van een tweetal zusters met zeer bijzondere gaven. Het was een eeneiige tweeling met absurde talenten en een enorm magisch talent. Beide zusters werden verliefd op een sterveling uit het oosten (Evellierne). De ene zus trouwde met de beste man, de andere raakte daar zo overstuur van dat ze zwoer nooit meer een stap in het oosten te zetten. De ene zus werd de oorspronkelijke witte magier, de andere zus trok zich vol wrok terug in een toren in het oosten, waar permanent een wervelstorm omheen hangt.
- Volgens Dolf waren de tweeling leerlingen van Sterrenoog
- Drie kwart van de witte magiers was van het vrouwelijk geslacht. Daar staat tegenover dat de verdeling onder de machtige witte magiers gelijk verdeeld was onder de seksen. Deze verdeling komt niet voor bij de andere kleuren, waar de gelijke verdeling over de hele linie is.
- De witte magiers hadden een klooster dat aan de andere kant van een bergrug lag, waar ook de vallei bij hoort. Het klooster lag in een plaats welke Almer wordt genoemd. Almer valt sinds kort onder het domein van de trollen. Het is nu een verlaten ruine omringd door een uitgebreid woud.
- De witte magiers waren niet altijd even populair. Ze traden vaak vermanend op tegen de adel en de andere kleuren van magiers en stonden ronduit vijandig tegen de zwarte magiers. Ze waren uitstekend beschermd tegen inmenging van de zwarte magiers. Bij het gewone volk was de overtuiging dat de witte magiers het goed bedoelden, maar dat je beter niets met hun te maken kon hebben want als je wat met hen te maken kreeg betekende dat altijd dat er iets erg vervelends met je aan de hand was.
- De witte magiers opereerden meestal als collectief. Dit betekent dat de leider van de orde meestal niet alleen actie ondernam, maar dit samen met de rest van de orde deed. Voor dat ze actie ondernamen riepen ze een conclaaf bij elkaar in Almer, waar alle witte magiers van ook maar enige rang bij aanwezig waren. Men ondernam pas actie als de overgrote meerderheid het met elkaar eens was dat er actie moest worden ondernomen. De witte magiers beschikten over een techniek die het "magiersweb" werd genoemd: een methode om de macht van de ene magier met de andere te verbinden en op die manier een macht te verwerven die door misschien alleen de leiders van de andere kleuren werd bereikt.
- Doordat de witte magiers altijd als collectief optraden durfde niemand wat tegen hen te doen. Ook al waren er heel wat nobelen die hun bloed wel konden drinken, ze deden niets tegen hen. De witte magiers traden alleen op tegen nobelen die zich op een kwaadaardige manier met religie en magie bezig hielden OF witte magiers molesteerden, maar lieten het nooit na om openlijk kritiek te leveren op nobelen die incompetent, corrupt of op een normale manier kwaadaardig waren. Dit wekte grote ergernis, maar niemand durfde daar wat aan te doen.
- Het is onbekend wat er precies in Almer gebeurd is op het moment dat de Witte magiers verdwenen. Rapporten hierover zijn onduidelijk, maar de verwoesting schijnt met conventionele middelen te zijn aangericht.
- Toen bekend werd dat iemand de witte magiers in Almer te grazen had genomen kregen de lagere witte magiers in de verschillende steden en dorpen het opeens erg moeilijk: ze kregen ongelukjes, werden vermoord door de plaatselijke landheer of (in die gevallen waar de plaatselijke landheer daar geen zin ih had) kregen onverwacht bezoek van een demon van enige rang. Dit gebeurde allemaal zo snel dat geen enkele lagere witte magier hieraan ontsnapt is, met uitzondering van de moeder van Selinde.
- Het is onduidelijk waar de moeder van Selinde was tijdens de ondergang van de witte magiers. De Heks heeft de groep verteld dat ze de geest van de Else ontmoet heeft toen de Heks het klooster in Almer onderzocht. Else gaf toen de heks de Gave, welke uiteindelijk voor Selinde was bedoeld.
Deze gave is uiteindelijk nooit bij Selinde terecht gekomen. Het is onbekend of de geest nog steeds in het klooster rond zwerft.
- Het is bekend dat Selinde de gave van Magisch talent beschikt, dus waarschijnlijk een witte magier had kunnen worden, maar ze is nooit voor dat vak opgeleid. Haar stiefvader heeft haar altijd verre van magie gehouden en Sigrid heeft haar een duw in de richting van Krijger gegeven.
- De witte magiers behoren allen tot een familie, welke beschikt over de magische gave. De familie is verwant aan de oude prinsen van Evellierne, maar het optreden van witte magiergaven schijnt voor het eerst voor te komen vrij kort na het einde van het keizerrijk terwijl de familei van de prinsen van Evellierne terug gaat tot het rijk Pentasileo, vele eeuwen daarvoor. Witte magiers werden al vroeg door de orde opgehaald en verder door de witte magiers zelf opgeleid. De komst van een witte magier om een kind op te eisen gaf aanleiding tot hartverscheurende taferelen en droeg bij aan het gebrek aan populariteit van de orde bij de adel.
- In principe zijn alle adelijke families in dit deel van Earin in de verte verwant aan elkaar. Maar slechts een zeer klein deel van de nakomelingen van de prinsen van Evellierne beschikten over de "gave".