De komst van de koning naar de vallei zat er al enige tijd aan te komen, maar het was niet iets waar erg naar uitgekeken werd. Hoe zou hij staan ten opzichte van de vallei? Erkent hij Selinde's bestuur? Dwingt hij Selinde aan de zijkant om een van zijn pionnen te benoemen? Hoe staat de hofhouding van de koning ten opzichte van de groep?
Het bezoek van de koning
Nu komt hij dan, de koning. Hij heeft zijn veldtocht in Bronac er voor afgebroken om zelf te komen kijken wat er waar is van alle geruchten in deze vallei. Hij heeft veertig man soldaten, veertig man hofhouding en twee van zijn zoons meegenomen (Desmond en Ruwen, dezelfde zonen die eerder ruzie maakten om Selinde in sessie 6)
De schoenen worden gepoetst, de plaatselijke militie stelt zich zo netjes mogelijk op, zelfs de belegeringsapparaten uit de mijn zijn opgekalefaterd en zien er goed uit. Zo ongeveer de hele vallei is in zijn beste pak uitgerukt en probeert de beste indruk op de koning te maken.
De koning zelf is een lange, grof gebouwde man met rossige haren en een hooghartig voorkomen. Hij laat in het begin zijn vijf belangrijkste dienaren de introductie voor hem doen, dit gaat niet zo vlot als men wel hoopte, want de kamerheer stelt dat hij gehoord heeft dat Selinde de kleuren van een vijandig prinsdom van de transen van haar kasteel heeft laten wapperen. Selinde probeert zich eruit te praten door uit te leggen dat zij afstamt van een oude familie welke die kleuren droeg, en dat de koning afstamt van diezelfde familie, dat het nooit bedoelt is als teken van opstandigheid maar een misverstand. De koning moet hier hartelijk om lachen (zie sessie 14 waarom), breekt zelf het ijs en men ziet met name Adler opgelucht adem halen.
Dan vraagt de koning zijn dochter Tirza te spreken. Deze is in dienst van het klooster getreden om haar vader te pesten De vijf voornaamste dienaren van de koning nemen de groep aandachtig en wantrouwend op, maar over het algemeen is er sprake van een zeker respect. Uitzondering is de hofmagica, welke een diepe, diepe hekel aan de heks schijnt te hebben. In besprekingen na het diner wordt afgesproken dat de koning Selinde officieel zal erkennen als vrouwe van deze vallei, in ruil voor een tiende deel van de opbrengsten van deze vallei.
Tim wordt nog even apart genomen door de opperspion van de koning. Tim krijgt te horen dat er van hem verwacht wordt dat hij belangrijke informatie doorspeelt naar de koning.
De opperkamerheer doet na het succesvol afsluiten van de onderhandelingen de suggestie de volgende dag een jachtfeest te houden. Bij de tocht naar de vallei hebben de jagers vande koning de sporen van een dolle beer gevonden, welke grote schade aan kan richten. Zelfs Cacus en Flem kunnen accepteren dat zo'n dier wordt opgejaagd.
De volgende dag wordt er onder bij de ingang van de vallei een kamp opgeslagen. De koning, zijn zonen en een groot deel van zijn ridders gaan te paard, de groep gaat te voet want sommige groepsleden kunnen niet zo goed paardrijden). Het kost niet zo veel moeite om het spoor van een beer te vinden, de groep komt uit op een open plek waar een paar grote stenen staan. Tussen de stenen zien ze een peer met schuim op zijn bek rond scharrelen. De groep overlegt wat te doen en geeft een signaal af naar de koning. Deze komt met zijn gevolg aan de andere kant van de open plek aan rijden.
Tot ieders verbazing valt de beer direct de koning aan. Erger, er blijken niet een beer maar maar liefst drie beren te zijn, en ze vallen allemaal gericht de koning aan!. De ridders rond de koning zijn absoluut niet bedacht op dit idiote gedrag, de koning wordt van zijn paard geslagen en krijgt een paar stevige beten en halen. Zijn twee zoons vechten aan zijn zijde en gaan al snel ook neer. Uiteindelijk weet de groep naderbij te snellen en de beren te doden, met wat hulp van de ridders.
Een van de twee zoons blijkt al overleden, de andere is stervende en ook de koning heeft niet lang meer te leven. Ilse weet de wonden goed te verbinden, maar de wond blijk een of andere vreselijke infectie over te hebben gebracht waar niemand in de groep (ook de heks niet) iets aan kan doen.
Later op de avond roept Lothar zijn dochter Tirza bij zich en bezweert haar "er vandoor te gaan nu het nog kan". Hij roept ook Selinde bij zich voor een gesprek onder vier ogen. Selinde verlaat dit gesprek met tranen in haar ogen. Later die avond sterft Lothar II, koning van het huis Hentar, onder helse pijnen.
Die nacht slaapt niemand. Iedereen is er van overtuigd dat dit een moord was, maar niemand verdenkt Selinde en de groep. Bertrand wordt benaderd door de lijfwacht van De koning wordt opgebaard en door zijn lijfwacht naar Hentar toe gebracht, waar het koninklijk paleis te vinden is en de voorouders van Lothar begraven liggen. Het koninkrijk houdt zijn adem in terwijl alles wat belangrijk is zich verzamelt voor de begrafenis.
Het hoofd van de lijfwacht van prins Rudolf, recent werkeloos geraakt door de dood van zijn meester, bezweert Bertrand en Adler dat hij niet zal rusten voor dat hij er achter is gekomen wie dit gedaan heeft. Zij kennen elkaar nog van sessie 6.
De groep kreeg voor deze sessie 4? EP.