De ontruiming
De spelersgroep verblijft nu al twee weken in Ravenach. Een leuke stad om een tijdje in rond te hangen, maar wel duur. Zij worden benaderd door heer Trimwold met een voorstel. Hij heeft gehoord dat deze groep verstand heeft van het bovennatuurlijke en de handjes flink weet te laten wapperen, precies hetgeen hij nodig heeft.
Heer Trimwold heeft van een oudtante de eigendomspapieren georven van een leegstaande woning in de kloof. Hij heeft een schoonmaakploeg naar binnen gestuurd om de woning schoon te maken, maar deze zijn niet terug gekomen. Vervolgens heeft hij wat stevige jongens naar binnen gestuurd, maar deze durfden niet verder dan de grote hal in het begin. Nu dus de spelers.
De woning ligt aan een soort gangpad dat 50 meter boven het oppervlak van de rivier de Morgen ligt. De woning is te benaderen via een reeks trappen en gangen. Een groot deel van de woningen hier staat leeg, maar omdat het inwoneraantal vande stad sterk groeit worden de woningen een voor een weer in gebruik genomen.
De groep gaat voorzichtig naar binnen toe. De grote hal is leeg. In het midden van de hal is een soort luik naar beneden, blijkbaar in het verleden gebruikt om afval te lozen. Het luik ziet er uit alsof het al een eeuw niet meer gebruikt is. De grote hal kent een groot balkon, maar er is in dit vertrek geen trap naar boven. De groep besluit eerst de begane grond af te zoeken.
De groep slaat voorzichtig rechtsaf en komt in de keuken. Deze is leeg, alles wat niet van steen is en vast zat is verdwenen. Toch kan heer Trimwold zich niet herinneren dat het huis leeg zoud moeten zijn. De groep zorgt er voor dat er in de keuken in ieder geval geen beestjes in de schoorsteen zitten door het vuil uit de verstopte schoorsteen te branden. Er vallen een paar verkoolde, niet te kleine spinnen naar beneden. Een volgende vertrek heeft een trap naar boven. De groep houdt de schacht naar boven in de gaten en gaat naar de centrale hal. Ook deze is leeg, het begint eentonig te worden. Het valt de spelers op dat er hier en daar fijne draden spinrag van het plafond hangen. Onder aanvoering van Bertrand bindt de groep een aantal fakkels aan lange stokken om op die manier het plafond goed te bestrijken.
De groep dringt verder door naar achteren en komt uiteindelijk in een soort van werkplaats. Het valt op dat ook hier alles wat niet vast op de grond vastzit weg is gehaald. Achter in de hoek ziet de groep het lichaam van een van de schoonmakers. het is overdekt met bulten. Degroep komt naderbij om het lijk te bestuderen en merkt op dat sommige van de bulten op het lijk openspringen, om kleine spinnetjes naar buiten te laten. De groep neemt geschrokken de benen. Vooral Tessa is behoorlijk overstuur, ze rent naar buiten en blijft naast heer Trimwold staan met een blik van "ik ga hier nooit meer in".
Het lijkt doet niet meer dan het sluiten van de deuren die de groep open heeft laten staan. De groep besluit nu eerst de bovenste verdieping schoon te vegen.
Hier zitten wat meer spinnen op het plafond. Het gebruik van de fakkels aan stokken blijkt een goed idee: de groep weet aardig wat spinrag af te branden wat ze anders alleen had opgehouden. Aangekomen bij de vertrekken op de (op de kaart) linkerbovenhoek blijkt dat hier alle meubels zijn opgeslagen. Er zitten hier ook wat meer spinnen en zowaar een dode schoonmaker! De groep steekt de meubels in de brand: de spinnen hebben de keuze: vluchte, aanvallen of verbranden. Ze kiezen voor aanvallen. Een veertiental spinnen zo groot als een hond, een spin zo groot als een kalf en twee "spinnenzombies" vallen de groep aan, maar deze weet de spinnen op de overloop in de centrale hal op te vangen en met veel vuur tot staan te brengen. Door een mengeling van goed positioneren en een beetje geluk hebben de spinnen geen schijn van kans. Het kost wat moeite, maar uiteindelijk worden ze allemaal opgeruimd.
Het huis is ontruimt, maar nog niet echt bewoonbaar. In ieder geval is meester Trimwold tevreden, nou ja, hij had liever gezien dat de schoonmakers nog in leven waren geweest. Maar daar durfde hij eigenlijk al niet meer op te hopen. Hij zal de autoriteiten van de vondst van de spinnen op de hoogte stellen, want die vinden dit meestal niet zo leuk. Het is nog niet echt confortabel in huis. Meubels zijn er bijvoorbeeld niet meer. De groep zorgt er voor dat de schoorstenen, afvoeren en ventilatiekokers goed voorzien zijn van roosters. De Heks doet de suggestie om een "huisgeest" op te laten roepen om dit soort ondieren voorgoed buiten te houden. Ze zal eens onderzoeken wat daar voor nodig is.
Tessa durft nog steeds niet naar binnen. Ze logeert voorlopig maar in het klooster van de verbrandde perkamentrol. Blijkbaar heeft ze een fobie voor spinnen.
Deze sessie leverde de groep 42 EP op.