Gerigal
Het stadje Gerigal
ligt aan de westgrens van Jilinost. Tot voor kort lag het stadje erg "uit de weg", maar de gebeurtenissen van het afgelopen jaar hebben hier verandering gebracht.
En twintig jaar geleden was het niet meer dan een paar ruines waarnaast nog een paar boeren woonden. Nu wonen er zo'n 3000 vaste inwoners en ligt het op een zeer strategische plaats.
Het begon allemaal met de komst van de magiers van de vrije magiersacademie. Zij zochten onderdak, een van hen wist aanspraak te maken op het gehucht, hernoemde het en investeerde een aardig kapitaal in nieuwe huizen, gebouwen en een grote werkplaats. In de eerste jaren was het dorpje nogal kwetsbaar, omdat er volop huurlingen en bandieten in de omgeving waren. Daarom liet de magier een stevige muur bouwen en sposorde hij een militie. De magier, genaamd Gerigal di Darian-Flori, sloot overeenkomsten met de keuzekoning van Jilinost en de handelshuizen van Lavran en Chevori en was erg succesvol en geliefd. Hij had echter ook vijanden en verdween twaalf jaar geleden onder verdachte omstandigheden.
Gerigal behoorde tot een oud geslacht van magiers. De familie zond zijn zuster Avinyara om zijn plaats over te nemen op de Academie. Met zijn plaats nam zij ook het landhuis en de voorname positie in het stadje over, dat nu zijn
naam droeg. Avinyara is weduwe. Ze nam ook twee kinderen mee uit haar huwelijk. Een mindere magier dan haar broer, maar een betere organisator, zette ze het dorpje verder op en stichtte ze een 'Mede", een soort van raad om alle belangrijke beslissingen te nemen. Avinyara leidt een druk bestaan en verdeelt haar tijd tussen Gerigal, de Academie en haar taak als rondreizend ambassadeur van het rijk Jilinost. Ze komt over als iemand van adel en beschaving, enigszins afstandelijk maar verder vrij onopvallend. Zij overtuigd met argumenten en is een van de bekendste (maar niet sterkste) magiers van het land.
De twee kinderen van Avinyara zijn voor een deel opgegroeid ijn de omgeving en nadrukkelijk aanwezig. Dochter Fi is een volbloed magier en een trots en humeurderig kreng. Ze minacht niet-magiers en spendeert veel tijd aan het hof of in de grotere steden. Talent heeft ze, manieren niet. Jongere zoon Draugluin is de plaatselijke schout en in veel de tegenpool van zijn zuster. Hij kan toveren, maar gebruikt dat liever niet. Hij probeert erg zijn best te doen om te bewijzen dat hij zijn positie niet aan zijn moeder te danken heeft. Broer en zus kunnen het ondanks alles prima met elkaar vinden.
Gerigal heeft problemen genoeg. De bevolking bestaat uit een bonte mengeling van boeren, vluchtelingen uit andere delen van de Voormark, geemigreerde nobelen, rare artiesten en handwerkslieden met hier en daar een rijke nobele of handwerksman met een plaatselijk optrekje. De verschillende meningen en belangen leiden wel eens tot botsingen, waarmee de Mede zijn handen vol heeft. Op dit moment heeft die Mede de volgende leden:
Lothan de reiziger is de broer van vrouwe Avinyara. Minder een diplomaat, maar wat ouder en geduldig. Oorspronkelijk de vaste vervanger van zijn zuster, heeft hij zich de laatste maanden laten benoemen als vast lid van de Mede. Lothan is een vrij onopvallende man, met veel reiservaring en kennis van andere culturen. Net als zijn zuster is hij een bemiddelaar en magier, maar veel meer een persoon van het gewone volk die het leuk vind om zelf zijn handen vuil te maken.
Lothan is iemand waarmee je graag een pilsje zou drinken en waar je pas naar zijn 5e glas er achter zou kunnen komen dat hij een magier is.
Ramon Lavran interesseert zich eigenlijk niet voor politiek. Hij interesseert zich eigenlijk ook niet voor geld verdienen, maar daar is zijn personeel erg goed in. Hierdoor is hij een van de rijkste mensen van de Voormark. Het minst van alles interesseert hij zich voor zijn nichtje en enige erfgename. Hij vind techniek erg leuk. Men had hem eigenlijk niet in de Mede moeten benoemen, maar hem rustig met een groep van mede-techneuten laten experimenteren in de grote stadswerkplaats. Zijn laatste project heeft te maken met het gebruik van kokend water om mijnen leeg te pompen (of zo iets).
Als hij zich ergens anders mee moet bemoeien doet hij dat serieus en eerlijk, maar liever niet.
Het nichtje is een serieuze, ietwat timide en erg knappe jongedame en trekt de interesse van vele mannen. Ongetrouwd, knap en schatrijk .....
Sonner Dendermond is het enige Mede-lid dat de hele dat met zijn Mede-taak bezig is. Hij is daarmee in de ogen van veel mensen een soort van burgemeester en een kei op het gebied van regeltjes. Hij een erg rappe tong, wat hem al meerdere keren het leven gered heeft. Sonner kent geen angst. Hij heeft ooit een groep banditien afgebluft door tijdens de overval te beginnen over wapenvergunningen en gedoogbeleid. De schout vond hem in een kring van bandieten die eigenlijk hem wilden overvallen, terwijl hij een heel verhaal hield over de relatie tussen de lengte van een steekzwaard, de afstand tot de wildernis en de hoeveelheid wild in de omgeving.
Voorman Trunnenwerth is met zijn 73 jaar het oudste lid van de Mede. Hij spreekt namens de boeren in de omgeving. Hij behoort tot het volk van de Arnyaquini, wiens land dit oorspronkelijk is. Hij staat voor de oude normen en waarden, het respect voor de ander en de oorspronkelijke cultuur van zijn volk. Het doet hem pijn dat deze aan het verdwijnen zijn. Trunnenwerth is een bekwame telepaat.
Markam is een meester-meubelmaker en spreekt namens de handwerkslieden in de Mede. De middenstand als het ware. Met de typische problemen en klachten die de middenstand altijd heeft: te hoge belastingen, de weinig recht en orde, te krappe openingstijden enzovoorts. Ondanks dat is het een geacht mens.
Jonker Abram Simeon spreekt vamens de adel, welke hier de afgelopen tien jaar is komen wonen. Hij bezit een groot landhuis even buiten de stad en heeft zijn eigen legertje onder zich, dingen die eigenlijk volgens de wet niet kunnen, maar hij stelt zich loyaal op en is oprecht geinteresseerd in alle vreemde dingen en mensen in de stad. Hij behoort tot een oude familie uit Rendarc en heeft veel connecties buiten de stad. De rest van de plaatselijke adel ziet hem steeds minder als hun voorman, maar kiest steeds meer voor
Jonker Jeronoam Popol is weliswaar na een lange lobby benoemd, maar komt slechts zelden opdagen. Hij is het eigenlijk niet eens met de manier waarop het stadje Gerigal wordt beestuurd, maar vindt dat de plaatselijke koning een Graaf over dit gebied aan zou moeten wijzen. Hem bijvoorbeeld. Deze graaf zou dan Orde kunnen scheppen en er voor zorgen dat alles Goed Geregeld wordt. Abram en Jeronoam mogen elkaar niet zo, de oorzaak voor de twist is onduidelijk, maar hun vrouwen schijnen elkaar niet zo te mogen. Jeronoam wordt echter steeds meer openlijk gesteund door de overige nobelen in de buurt, die eigenlijk aansluiting willen zoeken bij een van de wat sterkere machten in de buurt. Zij zien de huidige onafhankelijkheid van Gerigal als een onhoudbare, tijdelijke zaak en zoeken voortdurend naar mogelijkheden om zich aan het gezag van de Mede te onttrekken.
|